OM vraagt vrijspraak bij herziening Rosmalense flatmoord
Het Openbaar Ministerie heeft maandag voor het gerechtshof in Arnhem vrijspraak gevraagd in de zaak rond de zogeheten Rosmalense flatmoord. Volgens het OM is het bewijs tegen verdachte Rob B. (64) niet geleverd. Nieuw, uitvoerig onderzoek heeft het bewijs op basis waarvan B. jaren geleden werd veroordeeld, ondergraven. Het Arnhemse hof herziet de zaak in opdracht van de Hoge Raad.
Slachtoffer in de zaak is de 37-jarige Regie van den Hoogen, de partner van B. Hij vond de vrouw op de ochtend 10 april 2000 met doorgesneden keel in het halletje van hun gezamenlijke flatwoning in de Rosmalense wijk Hintham. B. sloeg alarm en werd dezelfde dag als verdachte aangehouden. De man heeft altijd ontkend dat hij Van den Hoogen iets heeft aangedaan; volgens hem heeft de vrouw zichzelf van het leven beroofd. De rechtbank en later - in hoger beroep - het gerechtshof in Den Bosch achtten niettemin doodslag bewezen en legden B. tbs met dwangverpleging op. De tbs-maatregel is in 2017 beëindigd.
De veroordeling van B. leunde vooral op bevindingen van deskundigen, die concludeerden dat het slachtoffer zichzelf niet gedood kan hebben maar dat iemand anders dat moet hebben gedaan. Zowel B. als zijn partner kampten destijds met psychische problemen. Of het slachtoffer zichzelf van het leven heeft beroofd, laat het OM in het midden, omdat dit scenario niet bewezen hoeft te worden. Het kan ook heel goed zo zijn dat de vrouw iets uit haar hals wilde wegsnijden, al dan niet onder invloed van waandenkbeelden.
In 2015 publiceerde het project Gerede Twijfel, geleid door rechtspsycholoog Peter van Koppen, een onderzoek naar de Rosmalense flatmoord. De onderzoekers concluderen dat zelfmoord het meest waarschijnlijke scenario is.
B.’s advocaat, Pieter van der Kruijs, is altijd overtuigd geweest van de onschuld van zijn cliënt. De raadsman was inmiddels gepensioneerd, maar heeft zich opnieuw als advocaat laten beëdigen om B. te kunnen bijstaan in het proces bij het Arnhemse hof. „Deze zaak dient als voorbeeld van hoe het in de rechtspraak niet moet”, aldus de raadsman. Van den Hoogen was voor B. „de grote liefde van zijn leven”, zei Van der Kruijs. Hij had geen enkele reden haar iets aan te doen.
Volgens B. hebben politie en justitie geleden aan „tunnelvisie”. De zaak heeft hem „voor het leven getekend”, zei hij maandag voor het hof. „Mijn leven is me afgenomen.” Hij raakte tijdens de zitting meermaals door emoties overmand. In zijn laatste woord zei B. dat hij niet tot in lengte van dagen boos op justitie wil blijven. „We moeten elkaar kunnen vergeven.”
Als het hof B. vrijspreekt, is er sprake van een rechterlijke dwaling, die ook volgens het OM geschaard kan worden in het rijtje van onder meer de Schiedammer parkmoord, de Puttense moordzaak en de zaak-Lucia de B. „Pijnlijk”, aldus de advocaat-generaal, „bijzonder pijnlijk.”
Het hof doet uitspraak op 5 september.