Mogelijke rol inwoner Piershil bij moord De Witt
Aan de moord op Cornelis en Johan de Witt op 20 augustus 1672 –350 jaar geleden– is nog altijd de naam van Willem Tichelaer uit Piershil als mogelijke samenzweerder verbonden. „Hard bewijs ontbreekt; het zaakje stinkt in ieder geval.”
Willem Tichelaer werd in 1644 in Oud-Beijerland geboren als zoon van chirurgijn Willem Jansz. Tichelaer. Later werd hij barbier en chirurgijn in Piershil. Korendijker Gert Schilperoort zat vele jaren later regelmatig in de kappersstoel van Koos Groenenberg in Piershil, een opvolger van Tichelaer als barbier. „In Piershil is men zich altijd zeer bewust geweest van de rol in de geschiedenis van Tichelaer”, zegt Schilperoort. „Het was soms onderwerp van gesprek in de kapperszaak.” Schilperoort heeft veel interesse in de historie en toen voor de onlangs verschenen Canon van de Hoeksche Waard een hoofdstuk over Willem Tichelaer geschreven moest worden, was de auteur en onderzoeker snel gevonden.
Kwaad bloed
Tichelaer was bepaald geen gezellige jongen. Het moet een grote vent geweest zijn, die regelmatig ruzie zocht. Hij ‘ontvoerde’ eens een jonge vrouw per boot en had een knallende ruzie met de schout. De schout liep klappen op en er werd zo gescholden dat „al het volk ondanks de duisternis op straat kwam.” Cornelis de Witt was in die dagen ruwaard, wat tegenwoordig een hoofdofficier van justitie is. Hij veroordeelde Tichelaer tot een boete en openbare excuses. Dat heeft waarschijnlijk veel kwaad bloed gezet bij Tichelaer.
Op 8 juli 1672 ging de inwoner van Piershil onaangekondigd naar het woonhuis van De Witt in Dordrecht. Volgens Tichelaer om te vragen de veroordeling in te trekken. Tichelaer heeft later altijd volgehouden dat De Witt dat wel wilde doen, maar dat Tichelaer dan prins Willem III moest vergiftigen. „We zullen nooit weten wat daar precies is besproken”, zegt Schilperoort. „Volgens de vrouw van De Witt is Tichelaer hooguit een kwartier binnen geweest. Er was een groot verschil in maatschappelijke status. Het is niet waarschijnlijk dat ze dit onderwerp in zo’n korte tijd met elkaar hebben besproken.”
Beloning
Tichelaer ging naar het legerkamp van de prins en deed daar zijn verhaal aan twee vertrouwelingen van de prins. Daarop werd Cornelis de Witt opgepakt en langdurig gefolterd, maar hij ontkende de aantijgingen. Uiteindelijk vielen beide broers ten prooi aan de volkswoede en werden ze gruwelijk omgebracht. „Het is heel opvallend dat de misdadigers zelfs beloond werden”, zegt Schilperoort. Hij bleef met de vraag zitten of Tichelaer op eigen houtje handelde of dat er sprake was van een complot. „Ik ben nagegaan hoe iemand als Tichelaer contact kon hebben met personen uit de hoogste kringen rond de prins en wie daar dan toe behoorden. Dat bleek onder andere de familie Tromp, van de bekende zeeheld Maarten Harpertsz. Tromp, te zijn. Van hen is bekend dat ze een grote hekel aan de gebroeders De Witt hadden. Zoon Cornelis Tromp was door Johan de Witt op non-actief gezet en kon dat niet verkroppen. Mogelijk zochten ze iemand om het vuile werk te doen. Dat deden ze natuurlijk niet zelf.”
Trompenburg
Schilperoort ontdekte dat de familie Tromp een boerderij annex buitenverblijf bij Zuid-Beijerland had: Trompenburg. Uit een dagboek van de aangetrouwde familie Teding van Berkhout blijkt dat ze contact hadden en zelfs logeerden bij Dijckgraaff Hopsomer. Dat was een oom van Willem Tichelaer. „Toen viel het kwartje, want het is dus zeer wel mogelijk dat de familie Tromp zo in contact is gekomen met Tichelaer. Zij zullen ook weleens een barbier of chirurgijn nodig hebben gehad en Piershil lag vlakbij. De kans op een ontmoeting is naar mijn mening in ieder geval groot geweest. Wie weet heeft een simpele scheerbeurt wel geleid tot een samenzwering.”
Geen bewijs
Schilperoort noemt zijn bevindingen „best een ontdekking”, maar beaamt direct dat hard bewijs niet te leveren is. „Dat zal er ook niet komen, denk ik. Het is allemaal lang geleden en van de families Oranje en Tromp is bekend dat er heel veel sporen zijn uitgewist. Van de zijde van historici wordt nogal tam gereageerd, vind ik. Het zijn aanwijzingen, maar geen bewijs, zo zei er één. Je moet met zo’n beschuldiging ook heel voorzichtig zijn, kijk maar naar de recente rel rond de vermeende verrader van Anne Frank. Het was in ieder geval een mooi onderwerp om eens helemaal in te duiken.”
Tentoonstelling
Schilperoort heeft tijdens zijn onderzoek meerdere originele pamfletten uit die roerige tijd gevonden. Gezien de actualiteit komt er daarom in Museum Hoeksche Waard in Heinenoord een mini-expositie over het Rampjaar en de mogelijke Hoeksche Waardse rol daarin.