Voorbereid naar school: vroeg en veel fietsen
Zodra de scholen weer beginnen, gebeuren er nogal wat verkeersongevallen waarbij kinderen betrokken zijn. Daarom krijgen ouders, scholen en gemeenten tips aangereikt om de veiligheid te vergroten. „Ga vooral veel en vroeg met je kinderen fietsen.”
Logisch dat het direct na de vakantie nogal eens misgaat, vindt verkeerspsycholoog Gerard Tertoolen. „Mensen zitten nog in de vakantiemodus; zijn uit de routine van werk en school. We moeten gewoon weer wennen aan het verkeer, aan de drukte, al denken we dat het vanzelfsprekend allemaal goed gaat. Ineens hebben we allemaal weer haast. De kinderen zijn aan het begin van het nieuwe schooljaar gespannen en kunnen onverwachte reacties vertonen.”
Trossen jonge fietsers vullen de paden, of de helft van de weg. Voortzwoegen in een groep is even onwennig; een zwieber is gauw gemaakt. „Kinderen zijn bezig met elkaar, met hun vakantieverhalen, hun mobieltje. Dus letten ze minder op. Soms kennen ze de route nog niet goed.” Om over automobilisten die óók met hun telefoon bezig zijn maar te zwijgen.
Geen kleine volwassenen
Cijfers van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) laten bij het aantal kinderen dat in het fietsverkeer gewond raakt, in september een uitschieter onder twaalfjarigen zien: de leeftijdsgroep die voor het eerst naar de middelbare school gaat. Ook onder jongere kinderen gaat het echter weleens mis. Volwassenen overschatten vaak de capaciteiten van jonge verkeersdeelnemers, zegt Tertoolen. „Kinderen worden te vaak als kleine volwassenen beschouwd. Dan denken we: we leren hun iets aan en dan weten ze het wel.”
Fout. Neem peuters. „Die lopen eigenlijk met oogkleppen op. Ze zien alleen wat er recht voor hen is. Pas omstreeks hun achtste jaar gaan ook de dingen opzij en achter hen een rol spelen.
We weten ook dat basisschoolkinderen nog niet in staat zijn om iets wat ze bij het ene kruispunt leren, ook bij het volgende toe te passen. Voor hen is elk kruispunt uniek. Hun hersenen zijn nog in ontwikkeling. Pas rond hun twaalfde jaar kunnen ze vaardigheden ‘vertalen’ naar soortgelijke situaties. Daar moeten we als volwassenen rekening mee houden, meer dan nu vaak gebeurt.”
Geen telefoon
Fiets! Dat is het advies dat de psycholoog ouders vooral wil geven. „Ga vanaf de peutertijd met je kind op pad en leer het aan het verkeer deelnemen. Ga veel met je kinderen fietsen, want ze leren echt niet zo snel hoe het moet. Fiets in de vakantie de route naar school alvast eens, wijs op gevaarlijke punten, observeer hoe je kind zich in het verkeer gedraagt. Dat kan zonder dat andere kinderen zien dat je aan het oefenen bent, want daar schamen kinderen zich soms voor. Leer je kind onderweg zijn telefoon niet tevoorschijn te halen.” Met oordopjes in hoor je andere verkeersdeelnemers minder, of helemaal niet, of te laat.
Ook wel handig als de fiets geen mankementen vertoont. Veilig Verkeer Nederland (VVN) heeft daarvoor een fietscheck met vijftien aandachtspunten op de website gezet.
Zigzag
Kinderen worden veel te lang met de auto naar school gebracht, vindt Tertoolen. „Daardoor leert het kind niet hoe het zelf aan het verkeer moet deelnemen. En rond de school wordt het door al die auto’s alleen maar gevaarlijker. Kinderen moeten er zigzaggend tussendoor.”
Rond de school kan een veilige zone worden ingesteld, met een lagere snelheid en eventueel eenrichtingsverkeer. „Een gemeente kan ook de straat bij de school autovrij maken. Daarmee verplaats je het probleem, maar de auto’s verspreiden zich vaak wel meer. Het is vooral niet fijn voor de ouders die hun kind uit de auto gooien en zelf direct doorrijden. Uit mijn eigen jarenlange ervaring als verkeersouder weet ik dat de meeste ouders zich goed aan alle maatregelen houden. Het wordt vaak verpest door een enkeling die zijn auto het liefst tot in het klaslokaal rijdt.”
VeiligheidNL, het Amsterdamse centrum voor letselpreventie, wijst volwassenen op hun verantwoordelijkheid. „Nemen die de goede voorzorgsmaatregelen? Geven die het goede voorbeeld?” Het centrum formuleerde zes aanbevelingen: Pas je snelheid aan. Rij mobielvrij. Vermijd schoolzones. Werk vanuit huis. Vertrek op tijd. Pak de fiets; „minder gemotoriseerd verkeer en nog gezond ook.”
Handtekening
Veilig Verkeer Nederland komt elk jaar met de campagne ”Onze scholen zijn weer begonnen.” „Die campagnes zijn er allang, en erg nodig, maar ze verhelpen het probleem niet”, constateert Tertoolen. „Al kan het in coronatijd geholpen hebben dat het tijdelijk minder druk was op de weg.”
Scholen kunnen volgens VVN aandacht besteden aan veilig verkeersgedrag, bijvoorbeeld met een project als ”Op de fiets even niets”: leerlingen beloven in een convenant elkaar erop aan te spreken als iemand op de fiets met zijn telefoon bezig is. Het convenant wordt ondertekend en in de klas opgehangen.
Scholen kunnen ook eenvoudige regels inprenten, zoals: Ga nooit naast een stilstaande vrachtauto staan. „Uit onderzoek blijkt dat zelfs van de ouders de helft dat niet weet”, aldus een VVN-woordvoerder.
De verkeersveiligheidsorganisatie heeft aan de hand van binnengekomen meldingen een overzicht gemaakt van verkeerssituaties die voor scholieren onveilig zijn. Gemeentebesturen krijgen het verzoek juist daar met posters en spandoeken de boodschap uit te bazuinen: ”Onze scholen zijn weer begonnen.” In de hoop dat het helpt.