Van Dijk sprak maandagmorgen van een „enorme ramp". Volgens de laatste gegevens heeft de beving aan meer dan 5000 mensen het leven gekost. Maar daar blijft het niet bij, vreest de Nederlandse hulpverlener. „Veel gebieden zijn nog lang niet afgezocht." Daarnaast hebben nog eens minstens 70.000 inwoners huis en haard verloren, wist Van Dijk te vertellen.

Wat de hulpverlening in Atjeh extra lastig maakt, is de opstand waar de provincie in het noorden van Sumatra al sinds jaar en dag het decor van is. Door gevechten tussen het leger en de rebellen van de Beweging Vrij Atjeh (GAM), die strijden voor een onafhankelijk Atjeh, kwamen al duizenden mensen om het leven. De Indonesische regering heeft inmiddels toestemming gegeven aan buitenlandse hulporganisaties om het getroffen gebied in te gaan. Terre des Hommes stuurt dinsdag zes mensen de provincie in.

De medewerkers, mede afkomstig van Indonesische hulporganisaties waarmee Van Dijk samenwerkt, zullen de situatie in de getroffen provincie in kaart brengen en bekijken op welk gebied ze zich gaan richten. „Atjeh is drie keer zo groot als Nederland, we moeten kijken waar we het beste kunnen werken." Van Dijk had maandag net een vergadering van de Verenigde Naties achter de rug, waarin alle hulporganisaties in het land met elkaar hebben besproken wat er allemaal moet gebeuren en wie wat gaat doen.

De regionaal directeur van Terre des Hommes hoorde het nieuws zondagochtend, toen een vriend hem belde. „Ik heb meteen de BBC aangezet en geprobeerd te bellen met contactpersonen in de provincie. Dat lukte niet omdat er geen verbinding was. Ik had al snel door dat het om een megaramp ging. De Indonesische overheid verstrekte in het begin nog niet zoveel nieuws. Ik heb het idee dat ze de situatie in het begin een beetje heeft onderschat."

Zijn collega in Sri Lanka, Lei Brouns, heeft zondag meteen hulpverleners naar de oostkust van Sri Lanka gestuurd. „Ze zijn vanochtend aangekomen in Batticaloa en zijn meteen begonnen met helpen." Volgens Brouns, coördinator van Terre des Hommes in Sri Lanka, India en Bangladesh waren er verder nog geen andere hulporganisaties aanwezig.

„De situatie is verschrikkelijk. In de zuid-oostelijk kustplaats Hambantota worden de ziekenhuizen overspoeld met mensen die lijken komen brengen. Het immense aantal kunnen de ziekenhuizen helemaal niet aan." Het kustgebied in Sri Lanka dat getroffen is strekt zich uit van ver boven de noordoostelijke havenstad Trincomalee tot en met de westelijke kustplaats Negombo.

Volgens Bouns zijn alle kustplaatsen overspoeld met water, waardoor vissersboten op straat zijn terechtgekomen en bussen met passagiers in de volgelopen straten ronddreven. „Sommige plaatsen zijn volledig weggevaagd." Ook de toeristenresorts rond de zuidelijke kustplaats Galle zijn getroffen door de vloedgolven. „In Unawatana zijn een hoop guesthouses die hutjes op de stranden hebben staan. Dat is allemaal weg."