Economie

Nederland en Duitsland mogen energieslurpers te hulp schieten

Nederland, Duitsland en Finland mogen bedrijven die veel energie verbruiken met tientallen miljarden euro’s helpen om de kosten te dragen van hun CO2-uitstoot. De Europese Commissie staat de staatssteun toe, onder meer om te voorkomen dat bijvoorbeeld hoogovens of chemische fabrieken uitwijken naar het buitenland.

ANP
19 August 2022 12:04Gewijzigd op 19 August 2022 18:17

Het bedrijfsleven in Nederland, de belangrijkste handelspartner Duitsland en andere EU-landen voelen de hoge energieprijzen stevig. Energiebedrijven in de Europese Unie moeten bovendien rechten kopen om CO2 te mogen uitstoten en berekenen die kosten door in hun prijzen. Voor onder meer de kunstmest-, metaal- en chemische industrie wordt verhuizen naar oorden buiten de EU die het minder nauw nemen met het klimaat, zo wel heel aantrekkelijk, vrezen de EU-lidstaten en Brussel. Dat kost banen én schaadt de strijd tegen klimaatverandering. Daarom laat de Europese Commissie, die strenge staatssteunregels handhaaft om de vrije markt te beschermen, de steun bij uitzondering toe.

Nederland trekt voor de steunregeling bijna 835 miljoen euro uit. Dat bedrag verbleekt nog bij dat van Duitsland, de grootste economie en de industriële motor van Europa. Berlijn zet 27,5 miljard euro opzij tot 2030. De bedrijven die voor de steun in aanmerking komen, zouden tot ongeveer driekwart van hun zogeheten indirecte uitstootkosten kunnen terugkrijgen. Finland houdt het bij 687 miljoen euro en vergoedt hooguit 25 procent van de extra kosten door de handel in CO2-rechten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer