„Theologie te veel in isolement”
De gereformeerde theologie heeft veel aandacht voor de eigen geschiedenis en is volop bezig met herbronning. Maar ze heeft te weinig oog voor de doorwerking in de cultuur. Religie is voor mij het hart van de cultuur. Dat zegt dr. George Harinck aan de vooravond van het congres over ”de lotgevallen van de gereformeerde theologie in de twintigste eeuw”.
Harinck, werkzaam bij het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlandse Protestantisme in Amsterdam en directeur van het Archief en Documentatiecentrum van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) in Kampen, heeft een aantal gerenommeerde gereformeerde theologen uit Zuid-Afrika, Amerika en Nederland bij elkaar geroepen. Morgen geven ze in Kampen een terugblik op een eeuw gereformeerde theologie.
Ook voor de theologie is de twintigste eeuw historie geworden. Men gaat zich ook buigen over de plaats van de gereformeerde theologiebeoefening in deze tijd. „Ik hoop op een eerherstel van de gereformeerde theologie”, zegt Harinck. Maar vooralsnog is hij niet optimistisch over een krachtige positie van gereformeerde theologen wereldwijd.
Niet zichtbaar
De gereformeerde theologie heeft in de laatste eeuw geen zichtbare rol gespeeld, constateert Harinck met leedwezen. „Als je de grote handboeken over de twintigste eeuw naleest, is het misschien Karl Barth die één keer genoemd wordt, maar dan heb je het wel gehad. De rol van de kerk wordt nauwelijks nog genoemd. En áls die ter sprake komt, dan in negatieve zin. Dan krijg je vragen als: Waar was de kerk bij de holocaust? Of bij de apartheid?”
Harinck constateert hierbij een groot verschil met de voorlaatste eeuwwisseling. „Toen speelde de theologie nog een hoofdrol, zaten er in het parlement theologen en waren de debatten ook nog eens theologisch van aard. Daarna is er veel veranderd. Dat heeft natuurlijk ook met de secularisatie te maken, maar zit daar ook niet iets anders achter? Hoe hebben de kerk en de theologie gereageerd op de ontwikkelingen in de samenleving?”
Centra
Bij Harinck rees de gedachte om theologen uit verschillende landen bij elkaar te laten komen in een moment van terugblik en bezinning. Zo’n zestig deelnemers hebben zich aangemeld. De aandacht is gericht op de westers georiënteerde wereld, zodat bijvoorbeeld de Aziatische cultuur buiten het blikveld staat. Dat zou weer een aparte benadering vergen.
De centra van gereformeerde theologiebeoefening bloeien momenteel vooral in de Verenigde Staten en Zuid-Afrika. Harinck heeft de indruk dat de kerken in Zuid-Afrika de uitdagingen in de cultuur goed oppakken. „Daar heeft men het besef te werken aan een nieuwe samenleving. De kerken zijn volop bezig om zich te bezinnen op een multiraciale context. Je kunt rustig spreken van een internationaal experiment.”
Amerika kent vanouds een lange traditie van gereformeerde theologiebeoefening. Harinck noemt de positieve voorbeelden in Princeton („het opgerichte Kuyper-instituut is veelbelovend”), Philadelphia (het Westminster Theological Seminary) en Grand Rapids. „Het Calvin Seminary in Grand Rapids ontwikkelt zich de laatste jaren in goede richting mede dankzij personen als John Bolt en Richard Muller. Deze laatste bepleit herleving van de klassieke gereformeerde theologie.”
John Bolt, eveneens werkzaam aan dit seminarie van de Christian Reformed Churches (CRC), schreef onlangs een dikke pil over de publieke theologie van Kuyper, een staatsman die hoogst actueel is in Amerika.
Uit recente bezoeken aan Amerika trekt Harinck de conclusie dat dit land een omgekeerde beweging laat zien ten opzichte van Europa. „De secularisatie leidt in Europa tot terugloop van het kerkbezoek, maar in Amerika is dat niet het geval. We horen vaak roepen dat New York een wereldse stad is en dat Manhattan symbool staat voor het moderne leven. Maar toen ik in New York was vóór de aanslagen, viel het me op hoeveel kerken er alleen al in Manhattan waren. Veel meer dan theaters. En ze zaten ’s zondags ook vol. Verder mag je zeggen dat menig New Yorks prediker in deze kerken een onvervalst gereformeerde prediking brengt. Verschillende predikanten hebben hun opleiding zelfs gehad aan het Westminster Seminary. Theologen zijn bezig om daar een bruggenhoofd te slaan in de samenleving en ze zijn er ook voor toegerust.”
Nederland
In Nederland is in het verleden regelmatig een poging gedaan om de brug van kerk en theologie naar de cultuur te slaan. Kuyper en Bavinck zijn daarvan bekende voorbeelden. Het antwoord van het neocalvinisme is -achteraf- echter in menig opzicht niet succesvol gebleken. „De gemene gratie bleek een brug naar de verwereldlijking te zijn geworden. Positief was wel de gedachte om een brug naar de cultuur te slaan. De kerk staat niet tegenover, maar is onderdeel van de cultuur. Als we dat beseffen, is het des te noodzakelijker om de verhouding kerk en cultuur weer op de agenda te krijgen.”
De oplossing van Kuyper is voor deze tijd niet meer hanteerbaar omdat hij haast op een imperialistische wijze terrein voor de gereformeerde christenheid wilde opeisen. Hoe dan wel? Harinck: „Ik vind dat de gereformeerden natuurlijk moeten participeren in de cultuur, maar dan niet als een monolithisch blok. Het nadeel daarvan in het verleden was dat gereformeerden zich sterk waanden en dat het samen optrekken op zichzelf al een werkelijk deel van hun overtuiging werd. Daarom is er weinig uitstraling geweest. Ik zie meer heil in het op dienende wijze in de samenleving functioneren en ook in allerlei niet-gereformeerde organisaties je stem te laten horen. Het je bescheiden opstellen, door de omstandigheden daartoe gedwongen, is op zich niet een negatieve ontwikkeling.”
Niet te kritisch
De oplossing van prof. dr. A. van de Beek, een van de sprekers tijdens het congres, om bij voorbaat kritisch ten opzichte van de cultuur te staan, heeft niet Harincks instemming. „We kunnen niet à la Barth de cultuur zonder meer afwijzen. Er zijn in de cultuur genoeg aanknopingspunten om als christen daarop in te spelen. In de cultuur hoor je ook steeds meer een roep om geborgenheid, een hang naar liefde. Dat biedt aanknopingspunten voor het christendom om de boodschap van verlossing te brengen.”
Dr. Harinck hoopt dat de draad van het internationaal congres over ”de vitaliteit van de gereformeerde theologie”, dat in 1994 in Noordwijkerhout werd gehouden, weer opgepakt wordt. „Dat congres was niet historisch van aard. Maar het idee van een platform bleek hard nodig. Je merkt dat in Amerika een sterke structuur aanwezig is onder gereformeerde theologen, die kerken overstijgt. In Nederland heb je veel te maken met historisch bepaalde kerkelijke verschillen die contacten soms hinderen. De zwakte van gereformeerde theologen in Nederland is verder dat ze te weinig internationale netwerken hebben. Van ’t Spijker en Van Bruggen hadden die wel, maar die zijn met emeritaat. Wie volgen hen op? Wat in Noordwijkerhout gebeurde, zouden we in de toekomst bij toerbeurt moeten herhalen in de diverse landen.”