Kamerdelegatie sprak niet met ‘gewone’ Surinamers over slavernij
De negen Kamerleden die de afgelopen dagen in Suriname waren om zich een beeld te vormen van het slavernijverleden, weigerden na afloop te zeggen of ze vinden dat Nederland excuses moet aanbieden voor die gitzwarte bladzijde in de geschiedenis.
„We moeten eerst alle indrukken verwerken, daarna kunnen we conclusies trekken”, zegt delegatieleider Hagen (D66).
De Nederlandse delegatie was vanaf zaterdag in Suriname en is dinsdag doorgereisd naar Curaçao en Bonaire, waar ook de gevolgen van de slavernij worden besproken. Vanwege de gevoeligheid van dit onderwerp werden journalisten grotendeels gemeden. Aan het eind werd Hagen als woordvoerder naar voren geschoven. Voor overige verrichtingen, zoals een bezoek aan president Chandrikapersad Santokhi en een aantal ministers, werden persberichten door de overheid verstrekt.
Mede daardoor had het bezoek een wat eenzijdig gekleurd karakter, met ontmoetingen met vooral een aantal intellectuele Surinamers, die bovenal aandrongen op excuses voor het slavernijverleden. Ze hopen daarnaast vooral op herstelbetalingen voor de slavernij. „We praten niet over miljoenen euro’s, maar over miljarden”, liet Armand Zunder van de Nationale Reparatie Commissie zich ontvallen.
Gettobuurten
Wat de ‘gewone’ Surinamers daarvan vinden, kregen de Tweede Kamerleden niet te horen. Want die ontmoetten zij niet. Het advies van Marinus Bee, de voorzitter van het Surinaamse parlement, om dat juist wel te doen, werd door de bezoekers niet opgevolgd. „In de gettobuurten hadden ze kunnen zien hoe de slavernij ervoor heeft gezorgd dat bepaalde groeperingen nog altijd een achterstand hebben.” Volgens Hagen heeft de delegatie desondanks het nodige opgestoken in de paar dagen dat ze in Suriname was. „We hebben veel gehoord en geleerd over de huidige staat van het land.”
Stadscreolen
Ook het Surinaamse binnenland, waar veel afstammelingen slaven wonen, werd niet bezocht. Terwijl daar juist geen behoefte is aan herstelbetalingen uit Nederland. „Er is ons nooit gevraagd of we dat willen”, zegt de hoogbejaarde Andreas Vrede. „Terwijl het onze voorouders zijn geweest die als slaaf vluchtten en tegen de kolonisator vochten. Die stadscreolen en hun voorouders hebben daar niets voor gedaan. Ik snap niet dat zij geld van Nederland willen. Het verleden moet je laten rusten.’’
Of premier Rutte volgende maand, als hij een bezoek brengt aan Suriname, excuses zal aanbieden, zoals onder meer parlementvoorzitter Bee hoopt, blijft de vraag. Tot nu toe stond hij daar afwijzend tegenover. Het lijkt erop dat de Kamerdelegatie, waar de VVD geen deel van uitmaakt, hem na terugkeer niet op andere gedachten zal kunnen brengen.