Greenpeace blies door de tegenactie van de werknemers de blokkade vroegtijdig af. Een aantal actievoerders moest onder politiebescherming het terrein verlaten. Er raakte niemand gewond. Greenpeace wil dat het bedrijf stopt met het aankopen van illegaal gekapt hout en overgaat op duurzaam bosbeheer. Volgens de milieuorganisatie is het houtkapbedrijf al ruim dertig jaar actief in Afrika. Het heeft zelfs kapvergunningen in Kameroen.

Wijma kapt in tropische regenwouden met een hoge ecologische waarde. In het gebied waar het bedrijf bomen kapt wonen inheemse volken, zoals de pygmeeën, en gorilla’s, chimpansees en bosolifanten die voor hun leefwijze afhankelijk zijn van het bos. De directie van de houthandel betreurt dat het personeel op bedreigende wijze reageerde. Commercieel adjunct-directeur A. Wijma: „Wij wisten niets van deze actie en konden onze werknemers daardoor ook niet voorbereiden. Zij zijn zeer betrokken bij het bedrijf en het is daarom niet vreemd dat ze zo emotioneel reageerden.”

Na overleg met Greenpeace heeft het bedrijf toegezegd de komende twee maanden de toeleveranciers onder de loep te nemen en te inventariseren of deze bedrijven volgens de regels en wetgeving werken. Wijma: „Wij zijn daarbij grotendeels afhankelijk van de plaatselijke overheid, omdat die de producenten kan controleren en waarschuwen.”

De wetgeving in onder meer Kameroen en Liberia is volgens Wijma in theorie goed geregeld. „Maar in de praktijk wordt er wel eens anders mee omgegaan.” Het Kamper bedrijf heeft wereldwijd ongeveer 1300 mensen in dienst, van wie er circa duizend in Afrika werken. In Kampen werken 160 mensen.