Kamerleden praten in Suriname over slavernijverleden
Negen leden van de Tweede Kamer zijn naar Suriname vertrokken om zich daar te verdiepen in het koloniale verleden van Nederland. Ze blijven er tot dinsdag en reizen dan door naar Curaçao en Bonaire om zich ook daar te laten informeren. De reis duurt tot 21 augustus en dient als voorbereiding voor activiteiten in 2023, het herdenkingsjaar van de afschaffing van de slavernij.
De Kamerleden brengen in Suriname een bezoek aan Fort Zeelandia en plantage Frederiksdorp. Ook staat er een gesprek met president Chan Santokhi op het programma. De delegatie ontmoet verder Armand Zunder, de voorzitter van de Nationale Reparatiecommissie. Op de lokale nieuwssite Starnieuws stelt hij voor dat Nederland eerst excuses aanbiedt. Daarna kan over een programma van herstel gesproken worden, vindt hij. Voor hem is het ook belangrijk dat Suriname zelf een standpunt inneemt over het slavernijverleden, excuses en herstelbetalingen. Premier Mark Rutte brengt in september een bezoek aan Suriname. Hij heeft al duidelijk gemaakt daar geen excuses te zullen aanbieden.
Op Curaçao is de delegatie bij de herdenking van de slavenopstand in 1795. Delegatieleider Kiki Hagen (D66) legt dan een krans. En op Bonaire voeren de Kamerleden verschillende gesprekken over het slavernijverleden, onder meer met de Eilandsraad.
Naast Hagen bestaat het reisgezelschap uit Salima Belhaj (D66), Kati Piri (PvdA), Jesse Klaver (GroenLinks), Renske Leijten (SP), Inge van Dijk (CDA), Sylvana Simons (BIJ1), Don Ceder (CU) en Marieke Koekkoek (Volt).