Chinese bedrijven dalen op Wall Street na schrappen noteringen
De Chinese bedrijven met beursnoteringen in New York stonden vrijdag onder druk. De koersdalingen volgden op de aankondigingen van een aantal grote Chinese staatsbedrijven om hun noteringen op Wall Street te schrappen. De stappen zijn het gevolg van een langlopende ruzie tussen China en de VS over de toegang tot informatie van de Chinese bedrijven. Het besluit onderstreept ook de spanningen tussen China en de VS, die verder zijn opgelopen na het bezoek van de Amerikaanse toppolitica Nancy Pelosi aan Taiwan.
Verzekeraar China Life Insurance, de olie- en chemiebedrijven PetroChina, China Petroleum & Chemical, Sinopec Shanghai Petrochemical en Aluminium Corp of China maakten allemaal bekend hun beursnotering in de VS in september te beëindigen. Hun aandelen zakten tot zo’n 4 procent.
De Chinese bedrijven stonden op een zwarte lijst van de Amerikaanse beurstoezichthouder SEC. Volgens een in 2020 ingevoerde wet moet de SEC volledige toegang hebben tot informatie van accountants van buitenlandse bedrijven met een notering in de VS, maar Beijing blokkeert de toegang tot deze gegevens. Het grote Chinese webwinkelconcern Alibaba, dat eind juli op de lijst werd gezet, verloor dik 1 procent in New York.
De Dow-Jonesindex noteerde kort na opening 0,6 procent hoger op 33.523 punten. De brede S&P 500 won 0,7 procent tot 4235 punten en techgraadmeter Nasdaq steeg 0,8 procent tot 12.872 punten. De S&P 500 en de Nasdaq koersen af op de vierde winstweek op rij.
Apple won afgerond 1 procent. Het Amerikaanse techconcern heeft naar verluidt zijn leveranciers gevraagd minstens evenveel iPhones te produceren als vorig jaar. Apple lijkt daarmee te rekenen op een aanhoudende sterke vraag naar zijn smartphone ondanks dat de consumentenuitgaven onder druk staan door de hoge inflatie.
Johnson & Johnson zakte licht. De farmaceut stopt volgend jaar met de wereldwijde verkoop van babypoeder met talk dat kankerverwekkend zou zijn. Het bedrijf wil zich enkel richten op babypoeder op basis van maïszetmeel, dat al in verschillende landen verkrijgbaar is. Het concern is verwikkeld in zo’n 40.000 rechtszaken vanwege klachten over talkpoeder, waarin asbest zou zitten.
De euro was 1,0274 dollar waard, tegen 1,0338 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie werd 2,4 procent goedkoper op 94,59 dollar per vat. Brentolie kostte 2 procent minder op 97,60 dollar per vat.