Blijvende eer voor schrijver en held Anton de Kom in Amsterdam
De in Paramaribo geboren schrijver, activist en verzetsman Anton de Kom (1898-1945) wordt nog dit jaar geëerd met een gedenksteen in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Fameuze auteurs als Joost van den Vondel, P.C. Hooft, Hella S. Haasse, Johan Huizinga, Multatuli en Willem Frederik Hermans hebben daar hun graf of ook zo’n steen.
De Koms boek Wij slaven van Suriname, uit 1934, geldt als een zeer belangrijke aanklacht tegen racisme, uitbuiting en koloniale overheersing. Het werd in 2020 opnieuw uitgegeven, met veel succes. In de Tweede Wereldoorlog verzette De Kom, vooral voor de Surinamers nu nog steeds een grote held, zich in Nederland tegen de nazi’s.
De Kom was in Nederland lange tijd voor velen onbekend, maar sinds twee jaar is hij opgenomen in de Canon van Nederland en hoort hij dus bij mensen en feiten die je als Nederlander hoort te kennen. In het Nederlands Openluchtmuseum, waar de Canon permanent in beeld wordt gebracht, loopt er tot in 2023 ook een extra tentoonstelling over hem.
De Koms vader, Adolf, was nog net in slavernij geboren. Anton, die aanvankelijk leerde voor boekhouder, kon in Suriname geen baan krijgen en vertrok in 1921 naar Nederland, waar hij werkte als vertegenwoordiger in koffie, thee en tabak. Intussen werd hij lid van verschillende linkse organisaties en gaf hij lezingen over onder meer slavernij. Terug in Suriname (1933) werd hem verboden om dergelijke lezingen te geven en werd hij opgepakt wegens ‘communistische agitatie’, hetgeen een bloedig neergeslagen oproer veroorzaakte.
De Kom werd verbannen en ging weer naar Nederland. Na de Duitse inval ging hij bij het verzet. Hij werd opgepakt en stierf in april 1945 in gevangenschap, in concentratiekamp Sandbostel Neuengamme. In 1960 werd zijn stoffelijk overschot geïdentificeerd in een massagraf bij het Duitse kamp, waarna het werd overgebracht naar Nationaal Ereveld te Loenen. Meer dan twintig jaar later werd de Kom onderscheiden met het Verzetsherdenkingskruis.
Ambassadeur van Suriname Rajendre Khargi onthult de gedenksteen op donderdagavond 24 november.