Inspectie: meer landelijke sturing bij opvang Oekraïners nodig
De landelijke overheid moet meer sturen op de coördinatie van opvang van vluchtelingen uit het door oorlog geteisterde Oekraïne. De veiligheidsregio’s hebben daar behoefte aan, zo stelt de Inspectie Justitie en Veiligheid vast na gesprekken met vertegenwoordigers van veertien veiligheidsregio’s. Onbekendheid met het opvangen van ontheemden leidt tot verschillen in de aanpak van hulp en opvang in de diverse veiligheidsregio’s en gemeenten.
Samen met de gemeenten moeten de veiligheidsregio’s zorgen voor in totaal 75.000 opvangplekken. Bijna 60.000 plekken zijn gerealiseerd, maar de onduidelijkheid over de opvang blijft bestaan, aldus de inspectie. Duidelijkere richtlijnen en sturing vanuit de rijksoverheid moeten hierin verbetering brengen. De inspectie heeft de verzamelde signalen inmiddels doorgegeven aan de programmadirecteur-generaal Oekraïense Ontheemden. Hij is landelijk coördinator voor het opvangbeleid voor ontheemden uit Oekraïne.
Een van de knelpunten is dat niet elke gemeente goed nagaat wat de onderlinge relatie is als een gezelschap uit Oekraïne zich meldt. In een aantal gevallen wordt ten onrechte aangenomen dat de volwassene de ouder is van minderjarigen in het gezelschap. De verhoudingen moeten goed worden vastgesteld, zodat gemeenten voogdijorganisatie Nidos tijdig inschakelen als minderjarigen niet door een ouder worden begeleid.
Ook is er onduidelijkheid over het verstrekken van leefgeld, waar Oekraïense vluchtelingen recht op hebben. Sommige gemeenten hanteren als eis dat vluchtelingen zijn opgenomen in de Basisregistratie Personen, terwijl dat niet hoeft.
Voor de opvang van Oekraïners krijgen de veiligheidsregio’s inmiddels hulp van organisaties als de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). De inspectie dringt erop aan dat deze steun wordt voortgezet en versterkt.