Het gratis of goedkoop rijden geldt voor bus, trein en tram. Werkende volwassenen tot 60 betalen nog wel het volle pond, maar ook voor hen is het openbaar vervoer in vergelijking met bijvoorbeeld een land als Nederland goedkoop.

Het gratis rijden voor ouderen is begin deze maand ingegaan. Op het centrale busstation in Beersheba lanceerde de minister van Vervoer en Verkeersveiligheid en leider van de Arbeiderspartij, Merav Michaeli, het programma ”Eerlijke Prijs”.

„Vrienden, openbaar vervoer is onze toekomst”, zei de bewindsvrouw. „Wij op het ministerie van Vervoer investeren veel om ons uit de files te krijgen en ín een kwalitatief, betrouwbaar, beschikbaar en uitstekend openbaar vervoer.”

De overheid lijkt te begrijpen dat burgers vaker de auto vrijwillig laten staan als hen een serieus alternatief wordt aangeboden. Het is een van de cruciale methoden om het milieu te ontlasten.

Ook al voordat het programma van start ging, konden passagiers dag- of maandabonnementen kopen en die laden op hun ov-chipkaart. Dat kunnen ze thuis doen met hun mobiel, in speciale apparaten op stations of bij lokettisten op grote stations.

Op 1 augustus zijn de prijzen voor de abonnementen iets verhoogd, maar het reizen blijft goedkoop. Een voorbeeld: dinsdag plaatste ik een dagabonnement voor onbeperkt reizen in midden-Israël op mijn ov-chipkaart. Daarvoor nam ik twee hogesnelheidstreinen, twee gewone treinen, twee tramritten en vier busritten. De kosten: 5,30 euro (halve prijs).

Verder is het openbaar vervoer volop in ontwikkeling. In Jeruzalem en de regio Tel Aviv leggen bedrijven nieuwe tramlijnen aan. Dat gebeurt soms tussen gigantische bouwputten, want aannemers stampen overal in het land nieuwe gebouwen uit de grond. Vaak gaat het om woon- en kantoortorens.

Toch wordt er in Israël veel geklaagd en dat is niet zonder reden. Het leven in het land is al 30 procent duurder dan in de Europese Unie.

Prijzen voor woningen blijven ondanks de bouwwoede te hoog. De benzineprijs is weliswaar wat gedaald, maar de kosten voor elektriciteit stegen met 8,6 procent.

Economisch analist Haviv Rettig Gur wees er in een podcast van de Times of Israel op dat als het om de invoer gaat er drie importeurs zijn die elkaar niet beconcurreren. Ze hebben prijsstijgingen aangekondigd tot 20 procent. De redenen die ze aanvoeren, zijn wereldwijde inflatie, gestegen transportkosten, schaarste op de markt en de oorlog in Oekraïne. Van een van deze bedrijven is bekend dat die gigantische winsten maakt.

Helaas heeft nog geen regering de kans of moed gehad de macht van magnaten te breken en over te schakelen op een serieuze vrijemarkteconomie.