Droge Po funest voor venusschelpen en hun vissers
Zestienhonderd vissers van venusschelpen uit het dorp Goro in de delta van de rivier de Po zijn al weken bezig met een wanhopige schoonmaakactie.
Gewapend met harken waden ze onder de brandende zon door het ondiepe water van de lagune om algen uit het slik te trekken waar de schelpdieren groeien. Zij hopen daarmee tenminste nog een deel te redden van de oogst, die bedreigd wordt door het steeds ziltere water. Dat is weer een gevolg van de verontrustende klimatologische omstandigheden, waardoor de Po bijna is drooggelegd.
De vongola, zoals de venusschelp in het Italiaans heet, is voor het dorp Goro wat de oester is voor Yerseke. Van de 3500 inwoners heeft bijna iedereen rechtstreeks of indirect te maken met de kweek en de oogst van de schelpen, die in de volksmond bekend staan als l’oro di Goro, het goud van Goro.
Het dorp aan de lagune is de onbetwiste Europese hoofdstad van de venusschelp. Meer dan de helft van de Italiaanse oogst van circa 50.000 ton per jaar –en zo’n 40 procent van de totale Europese oogst– is afkomstig uit de Sacco di Goro, een beschermd deel van de lagune waar de schelpen worden gekweekt, gezaaid en geoogst. De helft is bestemd voor de export en de rest blijft in Italië, waar spaghetti met vongole een van de meest populaire pastagerechten is. In normale jaren wordt een omzet gehaald van 100 miljoen euro, maar voor 2022 wordt gerekend met zware verliezen.
Het brakke water in de delta, waar talrijke armen van de Po in de Adriatische Zee stromen, biedt ideale omstandigheden voor de kweek. Maar daar is nu geen sprake van. Doordat in de winter weinig sneeuw is gevallen in de zuidelijke Alpen, is de rivier dit voorjaar veel minder dan normaal gevoed met smeltwater.
Verlies
Sinds mei volgden vijf hittegolven, waarvan de laatste eerder deze week Italië bereikte, met temperaturen die regelmatig boven de 40 graden kwamen. Dit ging gepaard met een maandenlange droogte, waardoor dit jaar 60 procent minder regen is gevallen dan gemiddeld. De Po, met zijn 650 kilometer de langste rivier van Italie, voert gemiddeld 1540 kubieke meter per seconde aan naar de delta. In de zomermaanden kan dat dalen tot 300 kuub, maar in de buurt van de stad Ferrara is al 104 kuub geregistreerd, ruim beneden het vorige, in 2006 gemeten, negatieve record van 237. Kortom, de Po is van een majesteitelijke stroom teruggebracht tot een bescheiden rivier in een enorme droge bedding.
De gevolgen in de Povlakte zijn al desastreus. Er wordt gerekend met een verlies van 60 procent van de groente- en fruitoogst en van 50 procent van de maisopbrengst. Ook voor de schelpenvissers is de ontwikkeling funest. Doordat de Po zo laag staat, stroomt de zee steeds verder stroomopwaarts, tot 40 kilometer toe, en wordt er te weinig zoet water aangeleverd. Het zoutgehalte in de lagune is daardoor toegenomen van 22 naar 30 promille, ofwel 30 gram per liter water.
Angst
In dit zilte water tieren algen welig, die de overige vegetatie, en de schelpen, dreigen te verstikken. Tot overmaat van de ramp blijft ook de libeccio uit, de zuidwestenwind die onder normale omstandigheden het zoute water terugjaagt naar zee. De opbrengst zal dit jaar zeker 30 procent minder dan normaal bedragen en om niet nog meer schade te lijden trekken de vissers van Goro elk dagelijks circa honderd kilo algen uit de bodem.
Het gemeentebestuur heeft het bewateren van tuinen verboden en opgeroepen om spaarzaam gebruik te maken van wasmachine en douche. De grootste angst is nu voor het zogeheten ”witte water” (acqua bianca), de kleur die de lagune krijgt wanneer de algen in ontbinding raken en alle leven verstikken. „We blijven algen weghalen”, zei visser Vadis Paesanti in La Repubblica, „Maar we beleven slapeloze nachten. We dreigen alles te verliezen.”