Zo maakt de gemeente Dordrecht zich ongerust omdat deze gemeente met meer transporten te maken zal krijgen. Het LPG-transport tussen de terminal in Vlissingen en Duitsland bijvoorbeeld moet straks door de binnenvaart en per spoor via de Betuweroute gebeuren en niet meer door de Brabantse binnensteden van onder meer Breda, Tilburg en Eindhoven. In beide gevallen gaat dat transport dan door Dordrecht. Door de grote Brabantse steden rijden nu per jaar 16.000 wagonladingen LPG, ammoniak en chloor.

De Dordtse wethouder C. Sas van ruimtelijke ontwikkeling vindt dat zijn gemeente te veel extra veiligheidsrisico’s krijgt opgedrongen, vooral van transporten over het spoor. „Het kan toch niet zo zijn dat Dordrecht nu opgezadeld wordt met de risico’s om andere steden te ontzien. De regio Drechtsteden kent al veel milieurisico’s”, zegt Sas.

In Brabant reageren betrokken gemeenten juist blij. Breda zegt zeer tevreden te zijn. „In het kabinetsbesluit zijn onze verlangens gehonoreerd,” zegt wethouder A. Arbouw. „Dat is voor Breda van belang, want het transport over het spoor van gevaarlijke stoffen speelt een grote rol bij de ontwikkeling van het stationsgebied en de bouw van een nieuw spoorstation in Breda. Wij hebben de Brabantse stedenrij, maar ook Zwijndrecht, Dordrecht, Venlo en de provincie Zeeland bij onze studies betrokken”, aldus Arbouw.

Blijheid is er ook in Tilburg. „Het is opnieuw een stap vooruit naar een veiliger transport over het spoor. Vroeger was het spoor dat midden door de stad ging een teken van welvaart, nu brengt het door het vervoer van gevaarlijke stoffen ook heel veel risico’s met zich mee”, zegt wethouder L. Visschers van Milieu.

De leden van BrabantStad (Tilburg, Breda, Den Bosch, Eindhoven en Helmond) zaten een aantal malen om de tafel met staatssecretaris Van Geel van Milieu. „Eerder bereikten we al dat er minder chloortreinen door de binnensteden komen. In de ideale situatie breng je productie en consumptie dicht bij elkaar. Dat gaat niet altijd. Dan moet je zorgen dat je een andere oplossing vindt. Transport over water is dan een goede optie. Een binnenvaartschip komt meestal niet in de binnenstad”, aldus Visschers.

Ook de provincie Noord-Brabant is blij met het kabinetsbesluit. „Door de transporten te mijden neemt de veiligheid voor ongeveer 1 miljoen inwoners in de agglomeratie Brabantstad toe”, aldus de gedeputeerde. Doordat er minder LPG-treinen gaan rijden door Brabantstad komt er ruimte vrij op het spoor. Janse de Jonge wil meer passagierstreinen laten rijden tussen de vijf steden die samen Brabantstad vormen. Daarmee komt de wens van de provincie voor een hoogwaardig openbaarvervoersnetwerk tussen de vijf grootste Brabantse steden een stap dichterbij.

Ook voor de ruimtelijke ontwikkeling is het kabinetsbesluit gunstig. „We zullen nu minder problemen hebben met de ontwikkeling van de ruimte rond het spoor, doordat er minder risico-transport langs hoeft.” Daarmee doelt Janse de Jonge op de problemen die Eindhoven ondervond met de ontwikkeling van het overdekte winkelgebied Piazza in het centrum van de stad.

Voor Venlo kwam het voornemen niet als een verrassing. Venlo heeft met de ministeries van Verkeer en Waterstaat en VROM onlangs afspraken gemaakt over terugdringing van het gevaarlijk transport over het spoorwegemplacement in het centrum van de stad. Daarbij is overeengekomen dat dit emplacement vanaf 2007 voldoet aan alle veiligheidsnormen. En dat houdt in dat het transport van LPG door de binnenstad minder wordt, aldus een woordvoerder van de gemeente gisteren.