Bouterse: geen voorbedachte rade bij Decembermoorden
Bij de Decembermoorden in Suriname was volgens oud-president Desi Bouterse geen sprake van voorbedachten rade. Uit de getuigenis van de inmiddels overleden ex-militair Ruben Rozendaal is nooit gebleken dat er is vergaderd over het doden, zei de 76-jarige politicus vrijdag tijdens de behandeling van zijn strafzaak in hoger beroep.
Ook zouden ontlastende verklaringen niet in de processtukken voorkomen, zei hij tegen de rechter. Na afloop van de zitting in Paramaribo zei Bouterse dat bij het doornemen van de getuigenverhoren duidelijk zal worden dat geen sprake was van voorbedachten rade.
Behalve Bouterse staan nog vier andere verdachten terecht bij het hof van justitie. Advocaat Irwin Kanhai neemt ook voor hen de verdediging op zich. De raadsman heeft zeven getuigen opgeroepen.
De zaak draait om de dood van vijftien politieke tegenstanders van Bouterse die op 8 december 1982 door militairen werden vermoord in Fort Zeelandia in Paramaribo. Hij leidde destijds het militaire bewind in Suriname nadat hij in 1980 met andere militairen een staatsgreep had gepleegd.
Bouterse is als hoofdverdachte eind 2019 veroordeeld tot twintig jaar cel. Hij is eerder nooit op zittingen verschenen. Vrijwel direct na zijn veroordeling kondigde hij aan in beroep te gaan.