Tekort aan verloskundigen dreigt door uitstroom
Er zijn meer opleidingsplekken voor verloskundigen nodig. Het aantal geboortes steeg in 2021 en ook de komende jaren is een toename verwacht. Komen er niet méér studenten, dan dreigt er een tekort van het aantal handen aan het bed.
Daarvoor waarschuwen de Koninklijke Nederlandse Organisatie voor Verloskundigen (KNOV) en de Samenwerkende Opleidingen Verloskundigen (SOV) in een rapport dat donderdag is verschenen. Er is „landelijk nog geen groot tekort aan verloskundigen”, maar er zijn wel „regio’s waar tekorten worden ervaren”, schrijven de brancheverenigingen in het rapport. Exacte cijfers over het aantal vacatures voor verloskundigen zijn niet voorhanden.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek verwacht rond 2030 een geboortepiek. Volgens de prognoses worden er iets na dat jaar 203.000 kinderen geboren. Dat komt door het stijgende aantal nieuwkomers. Meer immigranten betekent meer vrouwen die een kind krijgen. De decennia na 2030 zakt het geboortecijfer waarschijnlijk weer wat terug. Vanaf 2017 schommelde het aantal geboortes tussen de 168.000 en de 170.000 per jaar. In 2021 werden ruim 179.000 kinderen geboren.
Het huidige aantal opleidingsplekken voor verloskundigen is vastgesteld op maximaal 220 per jaar, verdeeld over drie academies. Dat moeten er minimaal 260 worden. Alleen dat waarborgt dat er in de toekomst voldoende handen aan het bed zijn, gelet op de verwachte demografische ontwikkelingen, stellen de organisaties. Voor het verbeteren van de zorgkwaliteit en het verlagen van de werkdruk zijn volgens de KNOV en de SOV in de toekomst zelfs 400 plekken nodig.
De verlaging van de werkdruk is wel nodig ook: uit een peiling van het Nivel in 2021 bleek dat 3,4 procent van de verloskundigen die uit het vakgebied is gestapt, is afgehaakt vanwege werkdruk. Anderen zijn gestopt om redenen die daarmee samenhangen, zoals toegenomen regelgeving.
Loting
Voor de opleiding tot verloskundige geldt een loting. De overheid, in dit geval het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), bepaalt hoeveel studenten mogen starten. De KNOV en de SOV gaan samen met het ministerie hierover in gesprek.
Van de SOV was niemand bereikbaar voor commentaar. De KNOV vindt dat er meer moet gebeuren dan het verhogen van het aantal opleidingsplekken. „Alleen die maatregel is niet genoeg om een tekort aan verloskundigen te voorkomen”, zegt Bob Radder, programmamanager innovatie en ICT bij de KNOV. Zo moet wat hem betreft ook het aantal stageplekken omhoog. „Er kan wel meer plek zijn op de opleiding, maar dat heeft geen nut als de studenten geen stage kunnen lopen. We zijn daarom gestart met een campagne waarin we verloskundigen en ziekenhuizen stimuleren stagiaires aan te nemen.”
Met behulp van een recent begonnen project ondersteunt de KNOV startende verloskundigen om ze te behouden voor het vakgebied. „Om dat te bereiken vinden wij het cruciaal om in te zetten op hun gezondheid, motivatie, kennis, vaardigheden en een gezonde balans tussen werk en privé”, legt Radder uit. Uit het onderzoek van de KNOV en de SOV blijkt dat 60 procent van de verloskundigen onder de 45 is. Dat kan duiden op uitstroom na deze leeftijd. „Die uitstroom willen we met dit project tegengaan.”