Onderzoek OVSE naar schending mensenrechten in Rusland
De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) gaat onderzoek doen naar de situatie van de mensenrechten in Rusland. Signalen van inperking van vrijheid van meningsuiting in het land en berichten over martelingen in Russische zogenoemde filtratiekampen hebben de OVSE daartoe aangezet. Sinds de oorlog in Oekraïne werd er door het samenwerkingsverband al eerder onderzoek gedaan naar Russische mensenrechtenschendingen, maar dat ging specifiek over de situatie in Oekraïne.
De in Wenen gevestigde OVSE, waarbij 57 landen zijn aangesloten, laat een team van experts de komende tijd onderzoek doen naar de situatie in Rusland. De missie wordt uitgevoerd op verzoek van 38 landen, waaronder ook Nederland. Het team gaat onderzoeken of Rusland, zelf ook lid van de OVSE, de situatie van de mensenrechten in de afgelopen jaren heeft doen verslechteren. De eventuele gevolgen hiervan voor de Russische bevolking, de vrije media en de rechtstaat in het land worden onder de loep genomen.
De IJslandse OVSE-ambassadeur Kristín Árnadóttir, die namens de 38 lidstaten het woord voert, noemt verschillende aanleidingen voor het onderzoek. Zo is er de in maart geïntroduceerde wetgeving die zogenoemd nepnieuws over de Russische invasie in Oekraïne strafbaar maakt. Daarnaast zouden er honderden politieke gevangenen vastzitten in Russische detentiecentra, waar mogelijk sprake is van marteling en andere soorten mishandeling.
Volgens Árnadóttir zijn er „allemaal aanwijzingen die duiden op de aantasting van de democratie, de situatie van de mensenrechten en de rechtsstaat in Rusland”. Het onderzoeksrapport moet in september af zijn.