Eis 7 jaar cel voor doodsteken 17-jarige in Rozenburg
Tegen de 20-jarige Melvin T. is donderdag in de rechtbank in Dordrecht een gevangenisstraf van zeven jaar geëist voor het doodsteken van een 17-jarige jongen eind september 2020. T. en het slachtoffer hadden met nog meer mensen afgesproken op een parkeerplaats in Rozenburg, om een eerder uit de hand gelopen ruzie over een controller van een spelcomputer te sussen. Van sussen kwam het echter niet. Volgens de officier van justitie gingen de twee elkaar te lijf met een mes, waarna de jongen ter plekke overleed.
T. ontkent dat hij een mes had meegenomen; hij vertelde dat hij het van het slachtoffer had afgepakt en zichzelf verdedigde. De officier ziet echter voldoende aanwijzingen dat hij wel degelijk een mes bij zich had toen hij uit de auto stapte. Het slachtoffer was twee keer in de flank gestoken, wat hem fataal werd.
De vriendin van het slachtoffer was zwanger ten tijde van het incident. „Hij heeft zijn dochter nooit in de ogen kunnen kijken. Hij heeft nooit kunnen zeggen dat hij trots op haar is. Een onschuldig klein meisje is haar vader ontnomen”, zei zij tegen de rechter.
De officier gaf nadrukkelijk aan „irritatie” te voelen over jongeren die elkaar „om het minste of geringste met messen te lijf gaan”. „Had het slachtoffer het overleefd, dan had hij hier ook terechtgestaan voor poging doodslag.” De hele ruzie ging volgens hem nergens over. T. zou een controller van iemand hebben gekregen, maar die werd later toch weer teruggevraagd. In een chatgroep werd T. vervolgens beschuldigd van diefstal. Daar werd hij erg boos om, helemaal toen er een opmerking over zijn kort daarvoor overleden moeder werd gemaakt.
De officier verzuchtte: „Had die stomme controller nou gewoon teruggegeven.” Het slachtoffer kreeg postuum overigens ook een veeg uit de pan. „Wat bezielt een jongen van 17, met een baby op komst, die ook nog eens in zijn proeftijd van een veroordeling loopt om zich gewapend met een mes te bemoeien met de ruzie van iemand anders?”
T. vertelde in de rechtbank dat hij erg veel spijt heeft. Hij beschouwde het slachtoffer als een vriend. „Dit had nooit mogen gebeuren. Hoe heeft onze vriendschap zo kunnen eindigen.” Het was volgens hem een kwestie van „leven of dood”. Als hij zich niet had verdedigd, was hij zelf misschien wel dodelijk geraakt. Zijn advocaat vroeg daarom om vrijspraak.
De rechtbank doet op 11 augustus uitspraak.