Dat zegt de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) in een rapport dat minister Remkes van Binnenlandse Zaken donderdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Bij de bestrijding van moslimterrorisme moeten alle bestuursorganen -internationaal, nationaal, maar ook regionaal en lokaal- betrokken worden, stelt de bewindsman, die het rapport ”Van dawa tot jihad, de diverse dreigingen van de radicale islam tegen de democratische rechtsorde” ook naar burgemeesters en korpschefs heeft gestuurd.

De AIVD-rapportage is gemaakt om lokale autoriteiten te informeren over de huidige dreiging. Na de moord op Theo van Gogh beklaagden zij zich over een gebrek aan informatie.

Het rapport onderscheidt acht soorten van radicale islam. Daaronder vallen ook niet-gewelddadige varianten. Deze varianten vormen echter wel een rijke voedingsbodem voor verdere radicalisering en kunnen heel gemakkelijk dienen als opstapje naar terrorisme. Analisten van de AIVD schatten dat in Nederland enkele duizenden jongeren ontvankelijk zijn voor de radicale islam en voor terrorisme. Het is de „nieuwe protestgeneratie” die alles wat niet islamitisch is uit het eigen leven en uit de maatschappij wil bannen.

Omdat radicale groeperingen zich veelal binnen de kaders van de rechtsstaat bewegen, zijn ze met strafrechtelijke middelen moeilijk aan te pakken, stelt het rapport. Daarom is een brede aanpak nodig van preventie en bestrijding op alle niveaus. Die brede aanpak is des temeer vereist omdat, zoals uit het onderzoek blijkt, radicale moslims niet alleen een afkeer hebben van het Nederlandse politieke systeem, maar bovendien van „de wijze waarop in de westerse samenleving mensen met elkaar omgaan.” Ze verafschuwen westerse opvattingen over gelijke rechten van man en vrouw, vrije meningsuiting en respect voor verschillende levensopvattingen.

Het ronselen van jongeren voor het moslimterrorisme heeft zich volgens de AIVD grotendeels verplaatst van moskeeën naar gevangenissen en scholen. Een nieuwe trend is die van de „zelfradicalisering”: jongeren worden niet zozeer actief benaderd, maar vinden zelf op internet radicale islamitische lectuur.

VVD-kamerlid Luchtenveld ziet in het rapport zijn eigen opvatting bevestigd dat het moslimradicalisme lange tijd onderschat is. „Uit dit onderzoek wordt temeer duidelijk dat een strijd op alle fronten nodig is om de westerse samenleving te beschermen tegen mensen die haar willen vernietigen.” Kort na het kerstreces spreekt de Kamer opnieuw met minister Remkes over het gevaar van terrorisme. Luchtenveld zal hem dan tot spoed manen in de uitvoering van voorgenomen maatregelen.

Dat geldt ook voor PvdA-kamerlid Van Heemst. „Er moet meer actie worden ondernomen dan tot nu toe gebeurd is en ook sneller. De voedingsbodem moet zo veel mogelijk weggenomen worden en de harde kern van de extremisten geïsoleerd.”