Vreugdetranen om eerste zendelingen in Nepalese vallei
Het was verboden om in Nepal de Naam van Jezus Christus te noemen. Toch leefde in de afgelegen Jumlavallei een christin. Tien jaar lang bad ze om de komst van zendelingen. „Zij huilde vreugdetranen toen het zendingsteam kwam.”
Drieëndertig ex-zendelingen van over de globe waren van 15 tot 18 juli in Baak (Gelderse Achterhoek) voor een reünie bijeen. Niet ieder teamlid kon aanwezig zijn; sommigen zijn reeds overleden, anderen waren vanwege ouderdom of afstand afwezig. De Amerikaan Larry Asher, projectleider van de United Mission to Nepal (UMN), was er wel.
Vanaf 1980 werkte het team in de Nepalese Jumlavallei in het Himalayagebergte. De UMN mocht van de regering van Nepal daar beginnen met de bouw van de Karnali Technische School en de opbouw van de gezondheidszorg. Als lid van een internationaal team was het Nederlandse zendingsechtpaar Adriaan en Josien Los daarbij betrokken.
Hermetisch gesloten
In een bovenkamer van hun woning aan de Goudse Krugerlaan, omringd met foto’s, kaarten en mappen, haalt het zendingsechtpaar Los herinneringen op aan de eerste uitzendingsperiode van 1980 tot 1995 naar het bergland.
„Nepal was altijd hermetisch gesloten geweest voor Westerse invloeden”, zo vertelt Adriaan Los, „maar toen vanaf 1951 iets meer openheid kwam, wilde de Nepalese regering wel ontwikkelingsprojecten toestaan – zolang er maar geen zending werd bedreven.”
In 1979 kreeg de UMN een project voor het opzetten van het technisch onderwijs. De zogeheten Verenigde Zending voor Nepal was tot stand gekomen omdat zendingsorganisaties begrepen dat de voorzichtige opening in het land niet moest worden verpest door elkaar beconcurrerende zendingsorganisaties, zoals in Afrika was gebeurd. Omdat ik ervaring had als bouwkundig opzichter en mijn vrouw medisch was geschoold, verbond de Stichting Bijbelse en Medische Zendingsgemeenschap, dat participeerde in de UMN, mij en Josien aan dit project in het afgelegen Jumla.”
Wonderlijk
Adriaan ziet een wonderlijke Godsbesturing in het project in de vallei. „Een invloedrijke regeringsadviseur was dr. Suresh Raj Sharma, die ook de Kathmandu University oprichtte. Dr. Sharma was zelf een Hindoe en gekant tegen christelijke zending. Hij drong erop aan dat de eerste nieuw te bouwen technische school in de Jumla-vallei moest komen, vanuit de gedachte: Als het daar in die afgelegen streek in de Himalaya lukt, dan kan het overal in Nepal.”
In 1980 daalden Adriaan en Josien in een vliegtuigje neer op de korte landingsstrip van de Jumla-vallei. Toen begon de bouw van de Karnali Technische School, het project waarbij Adriaan was betrokken. Ook werd gestart met dorpsontwikkeling en opbouw van gezondheidszorg, waaronder een consultatiebureau voor moeders en kinderen. Beiden voelden zich te jong: hij was 27, zij 25 jaar oud.
Visioenen
„Het was verboden de Naam van Jezus Christus te noemen”, vertelt het echtpaar, elkaar aanvullend, „Toch was er in Jumla al één lokale christin. Een vrouw die tot geloof was gekomen tijdens een behandeling in een lepraziekenhuis waar zij over Jezus Christus had gehoord. Zij –analfabeet– werd door dromen en visioenen onderwezen en bad tien jaar om zendelingen. Zij huilde vreugdetranen toen het UMN-team kwam.”
Adriaan is bezorgd over de positie van christenen in Nepal. Volgens de oud-zendeling neemt de Nepalese regering te veel het onverdraagzame en agressieve hindoeïsme over van buurland India, onder leiding van de Indiase minister-president Modi. Christelijke instellingen mogen –anders dan islamitische– niet officieel worden geregistreerd. Vanwege het ontbreken van wettelijke bescherming zijn christenen makkelijk aan te klagen door fanatieke hindoes.
Zie ook:
„Zending in Nepal wettelijk verboden”, Digibron (21-10-1983)