Waterschap controleert droge dijk met prikstok en dijkwachten
„Kijk, hier een gaatje in de dijk.” Inspecteur Stefan Loosen prikt met een ijzeren stok in de kanaaldijk. Iedere oneffenheid trekt zijn aandacht. „Door het gebrek aan regen zijn we nu extra alert. Droogte is een onzichtbaar gevaar voor dijken en kades.”
De grijze miezerregen lijkt in tegenstrijd met de reden waarom inspecteur Loosen hier is. De beheerder waterkeringen bij het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) controleert de dijk van de ringvaart in Nieuwerkerk aan den IJssel op eventuele droogteschade.
De inspecteur, gestoken in groene laarzen en een oranje reflecterende jas, tuurt langs de dijk. Inspecteren begint bij goed kijken, legt hij uit. „Soms zie ik een vreemde bult in de waterkering of loopt de beschoeiing in een rare lijn. Dat soort observaties kunnen wijzen op schade aan de dijk.”
„Kijk, een muizengat”, roept Loosen, terwijl hij langs het kanaal loopt. „Mollen, konijnen, muizen en ratten kunnen flinke schade toebrengen aan de dijk.” Hij prikt regelmatig met een metalen stok in de bodem. Voor een inspecteur is de prikstok onmisbaar. Loosen: „Ik voel schade vaak eerder dan dat ik ze zie.” Op de metalen stok staan streepjes. Aan de hand van de schaalverdeling op het instrument schat de inspecteur in hoe ernstig een eventuele scheur in de dijk is.
Scheuren zijn niet altijd gemakkelijk te zien, zegt Loosen. „Soms duidt een klein gaatje in de bodem op een grote scheur onder de oppervlakte.” Niet alle droogtescheuren leveren direct gevaar op, zegt de inspecteur. „Kleine schade verhelpen we niet direct. Pas als een scheur erger wordt, grijpen we in.” Een spleet van bijvoorbeeld tien meter lang laat Loosen direct repareren. In dat geval trommelt hij een graafmachine op om de scheur uit te graven en op te vullen.
De droogte is nijpend, maar de situatie is wel onder controle, stelt de inspecteur gerust. „We zien nu weinig scheuren en de schade die we zien, houden we nauwlettend in de gaten.”
Kleilaag
Regionale dijkjes, van bijvoorbeeld ringvaarten, zijn minder sterk en veel gevoeliger voor droogte dan waterkeringen langs de kust en de grote rivieren. Droogteschade komt met name voor bij veendijken. Dit type dijkjes is vooral te vinden in het Groene Hart, waar veen op veel plekken de oorspronkelijke bodemsoort is. Recente dijkdoorbraken in Nederland betroffen allemaal veendijken, met als bekendste voorbeeld de doorbraak bij het Utrechtse dorp Wilnis in 2003.
Veen droogt gemakkelijk uit, vertelt Loosen. „Een droge dijk biedt minder tegendruk aan het water; daardoor kan de dijk gaan scheuren en schuiven. Bovendien kan een veendijk bij droogte inkrimpen en verzakken. De oplossing is dijkverzwaring door het aanbrengen van een kleilaag.”
De miezerregen die nu valt, zet geen zoden aan de dijk, stelt de inspecteur. „Dit type regen zou een week lang moeten vallen. Een dag miezer is wel beter voor de veendijken dan een korte plensbui. Langdurige regen trekt beter in de bodem.”
Droogte is een sluipmoordenaar, benadrukt Loosen. „Hoogwater zie je aankomen en een storm duurt vaak maar kort. Droogte kan lang aanhouden en is minder zichtbaar. Bij gebrek aan regen moeten we extra alert blijven.”
Het hoogheemraadschap begon vorige week vanwege de droogte met extra inspecties van de droogtegevoelige keringen. Het is tot nu toe een normale zomer, zegt Loosen. „Vorig jaar viel de droogte mee. In 2018 was het in mei al kurkdroog, dat was extreem. Als ik het vergelijk met jaren geleden, dan neemt het droogteprobleem toe. Dat duidt voor mij op klimaatverandering. De ernst van het droogteprobleem werd voor ons duidelijk in 2003. In ons werkgebied verzakte toen de dijk van de Rotte. Na Wilnis was dat de tweede dijkdoorbraak dat jaar.”
Dijkleger
Het controleren van 90 kilometer aan droogtegevoelige dijken doen de inspecteurs van het hoogheemraadschap niet alleen. „De vrijwilligers van het dijkleger zijn onze ogen en oren”, zegt de beheerder. Het dijkleger bestaat in het werkgebied van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard uit 130 vrijwilligers die dijkwachten genoemd worden.
Elke dijkwacht is verantwoordelijk voor een eigen stukje dijk of kade. De controles worden in tweetallen gedaan. Dijkwachten kunnen in een inspectieapp zelf schades melden met een foto en de bijbehorende locatie. De inspecteurs van het hoogheemraadschap kunnen de meldingen vervolgens beoordelen. Vanwege de droogte inspecteert het dijkleger de komende periode eens per twee weken de dijken. Mocht de regen nog lang uitblijven, dan wordt dat elke week.