NZa: toestemming ggz-patiënten voor verzamelen gegevens niet nodig
Psychiaters en psychologen zijn niet wettelijk verplicht om hun patiënten toestemming te vragen voor het doorgeven van informatie over hun mentale welzijn aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). De zorgautoriteit gaat zorgvuldig met de gegevens om en de informatie is „bijna onmogelijk” te herleiden naar het individu, zegt een woordvoerster na berichtgeving over het verzamelen van patiëntgegevens donderdag in Trouw. De NZa betreurt dat over de privacy van patiënten onrust is ontstaan.
Sinds 1 juli moeten ggz-behandelaren per patiënt online een scorelijst invullen voor de NZa. De zorgautoriteit wil zo te weten komen welke groep wat voor behandeling krijgt en hoe effectief die is, om beter in te schatten welke zorg in de toekomst nodig is. „Via een aantal vragen, de zorgvraagtypering, is beter te voorspellen welke zorginzet nodig is.” Soms zijn patiënten niet op de hoogte dat de gegevens worden verzameld.
Volgens privacygroep Stop benchmark met ROM is het verzamelen van patiëntgegevens een schending van het beroepsgeheim en van de privacy van 800.000 ggz-patiënten. De NZa zegt alles te doen om de privacy van patiënten te beschermen. Als patiënten bezwaar hebben, kunnen ze dat kenbaar maken bij hun behandelaar, zodat die sommige vragen niet hoeft in te vullen.
Psychologen en psychiaters zijn echter wel verplicht het formulier in te vullen. Als dit niet goed gebeurt, krijgen zij een waarschuwing van de NZa of „in het uiterste geval” een dwangsom opgelegd.
Uiteindelijk moet het ervoor zorgen dat een patiënt de behandeling krijgt „die het best past” en dat zorgverzekeraars zorg beter kunnen inkopen, aldus de woordvoerster. Volgens de NZa mogen zorgverzekeraars niet de antwoorden op alle vragen inzien. De verandering is doorgevoerd omdat de zorgvraag de komende jaren stijgt en het personeelstekort oploopt.
De ingevoerde vragenlijsten zijn geen nieuw idee. In 2017 adviseerde de Algemene Rekenkamer aan de minister van Volksgezondheid om de vragenlijsten aanzienlijk te verbeteren. Volgens de rekenkamer waren de metingen destijds „subjectief en onvolledig”. De uitkomsten zouden niet met elkaar te vergelijken zijn. „Pas als er goede en vergelijkbare informatie beschikbaar is, kan kwaliteit een rol gaan spelen bij de zorginkoop.” De rekenkamer laat donderdag weten dat het onderzoek in de afgelopen vijf jaar niet meer herhaald is.