Volgens Trouw zou het gaan om de data van zo’n 800.000 patiënten. Sinds 1 juli moeten psychiaters en psychologen de Nederlandse zorgautoriteit (NZa) informatie aanleveren over het psychisch welzijn van hun patiënten. Daarvoor moeten ze per patiënt online een scorelijst invullen. Dat stuit volgens Trouw op protest bij behandelaren in de basis- en gespecialiseerde ggz, omdat patiënten niet om toestemming is gevraagd en hun privacy daarmee in het geding is.

De NZa, toezichthouder van de zorg, wil met de gedetailleerde 
gegevens van de 800.000 ggz-patiënten een beter beeld krijgen van welke zorg in de toekomst nodig is. Informatie waar ook zorgverzekeraars gebruik van kunnen maken, als die zorg inkopen.

De patiëntgegevens worden versleuteld en gepseudonimiseerd en de herleidbaarheid tot personen wordt daarmee tot een minimum beperkt, stelt de NZa. Alleen patiënten die zelf in actie komen en met een privacyverklaring bij hun behandelaar schriftelijk bezwaar maken tegen het doorspelen van hun medische gegevens, vallen buiten de regeling.

Een groep behandelaren vindt dat de NZa te ver gaat met het ongevraagd verzamelen van de gegevens. „Mensen weten niet dat hun psychiater of psycholoog nu moet registreren wat hun seksuele problemen zijn, hoe erg hun verslaving is of aan welke stoornis ze lijden en dat al die gegevens uiteindelijk bij de NZa belanden”, zegt psychiater Cobie Groenendijk in een reactie in Trouw.

Daarbij is het volgens de psychiater slecht voor het vertrouwen in de zorg en brengt het behandelaren in de problemen, omdat het niet strookt met het medisch beroepsgeheim. „Wat een 
patiënt deelt met zijn behandelaar mag nooit naar buiten worden gebracht.” Groenendijk raadt patiënten daarom aan schriftelijk bezwaar te maken tegen de verstrekking van de gegevens.

Behandelaren die verzuimen gegevens bij de NZa aan te leveren of onjuiste data verstrekken, kunnen na een waarschuwing een dwangsom opgelegd krijgen.