Smog bereikt hoogtepunt, luchtkwaliteit is onvoldoende tot slecht
De smog heeft dinsdag zijn piek bereikt. Bij bijna alle meetpunten van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in het land zijn dinsdag aan het einde van de middag hoge concentraties ozon gemeten, waardoor de luchtkwaliteit onvoldoende tot slecht genoemd werd.
De luchtkwaliteit is slecht als de waarde tussen de 180 en 240 microgram ozon per kubieke meter blijft. Dan geeft het RIVM een waarschuwing. Als deze waarde boven de 240 microgram stijgt, spreekt het instituut van zeer slechte luchtkwaliteit. Dan krijgt iedereen volgens het instituut last van de luchtverontreiniging. Zo ver is het niet gekomen. Wel werd dinsdagavond bij zeker de helft van de meetpunten een slechte luchtkwaliteit gemeten.
Smog, ook wel zomersmog genoemd, ontstaat door hoge temperaturen, vervuilende stoffen en weinig wind. Als vervuilende stoffen, die bijvoorbeeld uitgestoten worden door industriële bedrijven, op dagen met veel zon zich ophopen kan er smog ontstaan. De afvalstoffen in de lucht worden door zonlicht omgezet in ozon. Dit gebeurt vooral in het voorjaar en in de zomer wanneer er weinig wind staat. De smog kan onder meer leiden tot hoesten en kortademigheid en irritatie aan ogen, neus en keel.
Het RIVM verwachtte maandag al dat de luchtkwaliteit in heel Nederland zeer slecht zou zijn en gaf een smogalarm. Mensen met luchtwegklachten werd geadviseerd om in de namiddag en vroege avond binnen te blijven en zware inspanning te vermijden.
Ook op woensdag is er volgens het RIVM kans op smogvorming, maar die is dan waarschijnlijk minder geconcentreerd. De regenbuien die woensdag in de loop van de dag verwacht worden brengen de smogwaardes weer omlaag, denkt het RIVM.