President Chirac, premier Raffarin en verscheidene ministers wachtten het tweetal op. Chesnot van Radio France Internationale en Malbrunot van het dagblad Le Figaro verdwenen op 20 augustus samen met hun Syrische chauffeur. Na vier maanden gevangenschap lieten de gijzelnemers de twee Fransen plotsklaps vrij. Hun Syrische chauffeur werd eerder al door Amerikaanse militairen in Fallujah gevonden.

De twee vertelden kort na hun aankomst tegen de pers dat ze niet slecht zijn behandeld. Ze hadden twee dagen na hun ontvoering begrepen dat hun gijzelnemers hen niet direct wilden doden. Chesnot legde uit dat ze de opstandelingen duidelijk hadden gemaakt dat ze Frans waren en niet pro–Amerikaans en dat Parijs tegen de invasie in Irak was. Beide journalisten spreken Arabisch.

President Chirac zei dat de vrijlating was te danken aan nationale solidariteit en de inspanningen van de regering „en alle diensten die vastberaden en efficiënt hadden samengewerkt”. Volgens premier Raffarin is geen losgeld gevraagd of betaald voor de journalisten. Het Islamitisch Leger in Irak, waartoe de gijzelnemers zouden behoren, had publiekelijk alleen geëist dat Parijs zou afzien van het verbod op hoofddoekjes op openbare scholen. De Franse regering was daar niet op ingegaan. Nieuwe eisen zijn niet bekendgemaakt.