Kerk & religie

Ontdekking

Handelingen 9:5c

C. H. Spurgeon
16 July 2022 08:09
beeld RD
beeld RD

„Het is u hard de verzenen tegen de prikkels te slaan.”

In de verbrijzeling van mijn hart riep ook ik uit: „Heere, wat wilt Gij, dat ik doen zal?” Ik gevoelde, dat ik tegen de Heere gerebelleerd had, dat ik de verzenen tegen de prikkels had geslagen en dat ik kwaad had gedaan, zoveel ik maar kon. Bij deze ontdekking was mijn ziel vol angst en vrees. Ja, die glans van Jezus’ oog doorzocht mij zeer, want Hij ontdekte mij aan mijn zonde, zodat ik wel naar buiten gaan moest en bitter wenen.

Net als toen de Heere Adam bezocht en hem riep, zodat hij naakt voor Hem moest staan, zo werd ook ik voor het Aangezicht van de Allerhoogste van al mijn gerechtigheid ontledigd.

Maar daarmee is het bezoek –God lof– niet geëindigd. Want zoals de Heere God onze eerste ouders heeft bekleed met rokken van vellen, zo heeft Hij ook mij bedekt met de gerechtigheid van de grote offerande en mij Psalmen in de nacht geschonken. Het was nacht, maar dat bezoek van de Heere was geen droom. Metterdaad, ik liet toen af van dromen en kreeg met de realiteit van de dingen te doen. Ik denk dat u zich zult herinneren, hoe, toen de Heere u het eerst des nachts bezocht heeft. Het is u gegaan als Petrus, toen Jezus tot hem kwam. De hele nacht had hij zich afgesloofd met zijn net, maar het had niet mogen baten.

C. H. Spurgeon,
predikant te Londen

(”Totdat Hij komt”, 1896)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer