Kamp Westerbork herdenkt eerste transport tachtig jaar geleden
Het Herinneringscentrum Kamp Westerbork heeft vrijdagmiddag het eerste transport uit het kamp herdacht, op deze dag precies tachtig jaar geleden. De eerste trein vertrok toen vanuit Kamp Westerbork met ruim duizend Joden naar Auschwitz. Onder meer staatssecretaris Maarten van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) sprak tijdens de herdenking. Hij vertelde over de 23-jarige Salo Carlebach, die meeging met het eerste transport terwijl hij niet op de transportlijst stond.
Carlebach was destijds al een paar maanden in Westerbork. De Joodse Raad had hem daarheen gestuurd als leraar en jongerenwerker voor de vluchtelingenkinderen in het kamp. „Hij gaf de kinderen afleiding en geborgenheid”, aldus de staatssecretaris in zijn speech. „Hij deed zijn uiterste best om de kinderen hier ook kind te laten zijn. Vrij, zonder angst en veilig.”
Tegen SS-Sturmbannführer Erich Deppner zei Carlebach mee te willen met het eerste transport. „Waar de kinderen zijn, daar wil ik ook zijn”, zei hij volgens een ooggetuige. „Hij mocht mee”, vertelde Van Ooijen. „Om bij ‘zijn’ leerlingen te zijn, op hun reis richting het onbekende. Hun laatste reis.” De jongerenwerker werd op 25 augustus 1942 in Auschwitz vermoord. „Ik zeg weleens: ieder kind is het waard om voor te vechten. Salo zei het niet; hij deed het.”
De herdenking begon vrijdag om 15.00 uur bij het monument De Gesproken Namen op het terrein van het voormalige kamp Westerbork. Ook nabestaanden en Holocaustoverlevenden hielden een toespraak. Het programma begon met een voorwoord van Bertien Minco, de directeur van het Herinneringscentrum. De aanwezigen sloten de herdenking af met een gebed van rabbijn en kampoverlevende Izak Vors, één minuut stilte en het plaatsen van foto’s van de slachtoffers van het eerste transport bij het monument De 102.000 Stenen.
Het eerste transport op woensdag 15 juli 1942 was het begin van de deportatie van meer dan 100.000 Joden, 245 Sinti en Roma en enkele tientallen verzetsstrijders uit het kamp. In de jaren daarna volgden meer dan honderd transporten naar concentratie- en vernietigingskampen als Auschwitz en Sobibór. Het merendeel van de Joden die tachtig jaar geleden naar het beruchte vernietigingskamp werden gebracht, werd meteen na aankomst vermoord. Onder hen waren veel Joodse vluchtelingen uit nazi-Duitsland. Ook zaten er een aantal weeskinderen tussen.