Teleurstellend besluit van ChristenUnie
De partijbesturen van ChristenUnie en SGP maakten donderdag bekend dat ze bij de eerstkomende verkiezingen voor het Europees Parlement niet met een gezamenlijke verkiezingslijst uitkomen. Daarmee komt een einde aan een periode van samenwerking die bijna 40 jaar duurde.
Het is onmiskenbaar dat de wens om niet langer uit te komen met een gezamenlijke lijst bij de ChristenUnie vandaan komt. CU-partijvoorzitter Ankie van Tatenhove benadrukte dat de verschillen in stemgedrag de afgelopen jaren zijn toegenomen. En dat daardoor niet helder is waar de CU/SGP-combinatie voor staat. Dat ondergraaft volgens de CU-voorzitter de geloofwaardigheid van zo’n lijst.
SGP-partijvoorzitter Dick van Meeuwen daarentegen spreekt van „een pijnlijke breuk.” De staatkundig gereformeerde vindt dat, ondanks de „serieuze” verschillen, het goed en verstandig zou zijn geweest om samen verder te gaan.
Kennelijk heeft de ChristenUnie geen zin meer om in Europa geassocieerd te worden met de SGP. En dat valt te betreuren. In deze tijd van secularisatie, die als een gure wind door West-Europa blaast, is het beter dat christelijke partijen, ondanks hun verschillen, samen optrekken.
Nu is het onmiskenbaar zo dat de verschillen tussen ChristenUnie en de SGP in Europa de afgelopen jaren zijn toegenomen. ChristenUnie stemt onder meer vaker met linkse partijen mee voor een radicaler milieubeleid. De SGP kiest geregeld een conservatieve koers en keert zich niet bij voorbaat tegen partijen met populistische trekken.
Dat ChristenUnie en SGP zich na de Europese verkiezingen van 2019 aansloten bij verschillende fracties deed de onderlinge samenwerking geen goed. De Europarlementariërs beloofden de kiezers destijds dat ze samen een fractie zouden zoeken waar ze zich beiden thuis zouden voelen. Dat dit niet lukte, was een blamage.
Had de breuk voorkomen kunnen worden? Het verleden heeft in ieder geval geleerd dat het belangrijk is dat de lijsttrekker van de gezamenlijke lijst iemand is die breed vertrouwen geniet. Hoewel er vroeger ook best het een en ander voorviel, was het toch zo dat de eerste lijsttrekker van de gezamenlijke lijst, de irenisch ingestelde SGP’er Leen van der Waal, breed vertrouwen genoot; ook bij RPF en GPV, de voorlopers van de ChristenUnie. De vraag is of de partijbesturen de achterliggende jaren voldoende rekening hielden met de noodzaak van kandidaten die over een weer breed vertrouwen genoten.
De druiven van de verbroken samenwerking zijn zuur voor de SGP. Menselijkerwijs gesproken kan de partij op eigen kracht geen zetel behalen. Als de SGP uit het Europees Parlement verdwijnt, zal per saldo het christelijk geluid vanuit Nederland in Europa minder klinken. Het is daarom teleurstellend dat de ChristenUnie de stekker uit de samenwerking trekt.
Hoofdredactie