PepsiCo stijgt op lager Wall Street na resultaten
PepsiCo werd dinsdag 0,3 procent hoger gezet op de aandelenbeurzen in New York. De Amerikaanse fabrikant van frisdranken en snacks boekte afgelopen kwartaal meer omzet en winst dan verwacht. Ook schroefde het concern voor de tweede keer op rij zijn omzetverwachting voor het hele jaar op dankzij de aanhoudende sterke vraag naar zijn producten.
De stemming op Wall Street bleef terughoudend na de verliesbeurt een dag eerder. De zorgen over een recessie hielden beleggers in de greep. Ook werd uitgekeken naar het belangrijke Amerikaanse inflatiecijfer, dat woensdag verschijnt. De consumentenprijzen in de Verenigde Staten zijn in juni naar verwachting verder opgelopen. De Federal Reserve blijft daardoor de rente waarschijnlijk stevig verhogen om de inflatie te bestrijden.
De Dow-Jonesindex noteerde kort na opening 0,1 procent hoger op 31.213 punten. De brede S&P 500 steeg 0,3 procent tot 3864 punten. Techgraadmeter Nasdaq dikte 0,7 procent aan tot 11.455 punten na de verliesbeurt van ruim 2 procent een dag eerder.
Twitter steeg 2,6 procent. Het aandeel zakte maandag ruim 11 procent nadat Tesla-topman Elon Musk afzag van zijn plannen om Twitter over te nemen. De advocaten van Twitter noemen dat besluit „ongeldig en onrechtmatig”. Daarmee lijkt de berichtendienst een eerste stap te zetten richting een juridische strijd over de miljardendeal.
Gap daalde 6,7 procent. Het kledingmerk heeft topvrouw Sonia Syngal ontslagen wegens wanbeleid. Het concern kampte al enige tijd met flink gestegen transportkosten en moest steeds hogere kortingen bieden om zijn veel te grote voorraden te verkopen. Dat laatste wordt Syngal zwaar aangerekend, omdat de onderneming daardoor geen winst meer overhoudt.
Maker van elektrische auto’s Canoo verdubbelde ruim in waarde (plus 105 procent). Het door geldzorgen geplaagde bedrijf kreeg een order van Walmart voor 4500 elektrische busjes. Peloton dikte 3,3 procent aan. De fabrikant van fitnessapparatuur wil de productie van zijn apparaten volledig uitbesteden.
De euro zakte verder in waarde als gevolg van de recessievrees en was voor het eerst in twintig jaar kortstondig evenveel waard als de dollar. De eenheidsmunt noteerde op 1,0054 dollar, tegen 1,0078 dollar een dag eerder. Dat is het laagste niveau sinds eind 2002.
De olieprijzen gingen ook omlaag door de vrees dat een recessie de vraag naar olie onder druk zet. Mogelijke nieuwe coronalockdowns in China zouden eveneens kunnen zorgen voor een lagere vraag naar olie. Een vat Amerikaanse olie kostte 4,4 procent minder op 99,50 dollar. Brentolie zakte 4,2 procent in prijs tot 102,57 dollar per vat.