„Een heel trieste zaak”
Lopen in Nederland wonende ex-Joegoslaven warm voor het Srebrenica-rapport? Vooral zij die in de oorlog familieleden kwijtraakten, hebben interesse, zegt voorzitter J. Telalovic van de Stichting Hulp aan Bosnië en Hercegovina.
„Een heel trieste zaak.” Zo noemt Telalovic de val van de moslimenclave Srebrenica op 11 juli 1995. „In korte tijd zijn 7000 mannen vermoord. Geen 7000 vogels, maar mensen. En dat in Europa.”
Valt de val van de enclave de Nederlandse dutchbatters aan te rekenen? „De Nederlandse militairen stonden machteloos”, zegt Telalovic. „Ze werden gekidnapt door de Serviërs. De Nederlanders dachten zeker dat de situatie niet kon escaleren.”
Telalovic kan zich wel voorstellen dat het Srebrenica-drama menig Nederlandse soldaat en politicus tot op de dag van vandaagachtervolgt. „Het is jammer dat Nederland bij deze genocide betrokken is. Het is niet zo leuk voor dit land, om betrokken te zijn bij de deportatie van duizenden moslims. Aan de andere kant is Nederland juist een heel fijn land. Dit land heeft duizenden vluchtelingen in de armen gesloten.”
Zijn er conflicten tussen moslims en Serviërs die in Nederland asiel zochten? „Ze zullen elkaar niet zomaar te lijf gaan”, reageert Telalovic. „De vluchtelingen willen de oorlog juist vergeten. Als een moslim in Nederland een Serviër op straat tegenkomt, zal hij niet zomaar agressief worden of rare dingen gaan doen. Dan heeft hij immers ook minder kans om door de asielprocedure te komen.”
Het is een ander verhaal als asielzoekers uit voormalig Joegoslavië in Nederland bijvoorbeeld een Servische kampbeul zouden herkennen. „In Duitsland is in 1995 door Bosnische asielzoekers een Servische oorlogsmisdadiger ontmaskerd. Die man is toen gearresteerd, op aanwijzingen van de Bosniërs. Ik heb wel verhalen gehoord dat in Nederland ook Servische soldaten rondlopen die hier met valse papieren, afkomstig van moslims, zijn gekomen.”
Tussen rivaliserende Joegoslaven kan het in ons land tot verbale schermutselingen komen, denkt Telalovic. „Ik kan me voorstellen dat een moslim tegen een Serviër zegt: Jouw landgenoten hebben onze mensen vermoord.”
Niet zozeer in Nederland, maar vooral in voormalig Joegoslavië kampen burgers met de nasleep van de oorlog, stelt Telalovic. „Hier in Nederland hebben vluchtelingen het goed. Er is welvaart, er zijn goede sociale voorzieningen. Dan vergeet je de ellende. In Bosnië is dat heel anders. Daar is de familieband ook sterker dan hier. Daar missen een vrouw en haar kinderen hun man en vader die is verdwenen ieder dag. De mensen daar willen heel graag weten hoe hun familielid is omgekomen. Is hij in een huis opgesloten en is dat huis in de brand gestoken? Zijn er granaten naarbinnen gegooid? Is er met machinegeweren geschoten?”