Jaarlijks bedient het Evangelisch College, een interkerkelijk opleidingsinstituut gevestigd in Zwijndrecht, zo’n 1500 studenten uit –zo schrijft de website– „de volle breedte van christelijk Nederland.” Het college biedt deeltijdopleidingen en cursussen op het gebied van Bijbel, theologie, missionair werk en pastoraat. Cees van Nes gaf 38 jaar lang leiding aan het instituut.

Wat heeft u er zo lang aan geboeid?

„In de eerste plaats was het werk dat ik altijd leuk heb gevonden. Daarnaast heb ik het werk zien groeien door de tijd heen. Een andere factor zijn de medewerkers waar ik plezierig mee samenwerkte. Je bemoedigt en versterkt elkaar.

Het mooiste onderdeel van het werk is lesgeven, dat deed ik met het meeste plezier, het heeft mijn hart. Je ziet dat mensen zich ontwikkelen en belangstellend zijn. Daardoor kun je makkelijk communiceren en overdragen. En dat overdragen was een heel plezierig aspect van mijn werk.

Het was inderdaad een lange periode die begon in mijn jeugd op een warme zondagmiddag in de kerk. De predikant deed zijn best, maar mensen zakten weg en sliepen. Maar als je praat over het werk van God en Zijn Woord is geopend, dan mag je niet zitten slapen. Zo begon ik aan mijn theologiestudie. Ik heb enorm veel geleerd over de Bijbel en over de Heere God. Na mijn studie en verblijf in het buitenland kwam de uitnodiging om een theologische opleiding in deeltijd vorm te geven. Het was bedoeld voor hen die theologie hadden willen studeren maar er nooit aan toe zijn gekomen. Zo begon de school en het lesgeven. Omdat ik zelf met zoveel plezier theologie gestudeerd had, gunde ik dat anderen ook.”

Wat blijft u uit al die jaren het meeste bij?

„Niet zozeer een specifieke situatie maar vooral het effect van wat je doet. Je kunt het vergelijken met een steen die je in het water gooit en steeds grotere kringen maakt.

Het Evangelisch College begon klein, maar groeide steeds verder, de olievlek werd steeds wijder. Je hoort van oud-studenten wat de opleiding in hun leven heeft uitgewerkt en wat zij op hun beurt weer doorgeven aan anderen. Zo mag iedereen ten dienste van het Koninkrijk van onze God bezig zijn.”

Zoon Jesse volgt u op…

„Inderdaad. Het bestuur heeft hem benoemd als algemeen directeur. Hij is echt mijn opvolger, samen met adjunct-directeur financiën Jan Kranendonk. Met beiden heb ik jarenlang samengewerkt en beiden vormen nu de nieuwe directie.

Jesse heeft vanaf het begin hand- en spandiensten verricht als ICT’er, terwijl hij een theologische opleiding deed. Doordat ik met Jesse en Jan al lange tijd samenwerk, valt het voor mij makkelijker om het werk los te laten.”

Wat zijn de plannen nu het werk voor het Evangelisch College voorbij is?

„Hoewel formeel al gepensioneerd, heb ik toch het collegejaar afgemaakt. Ik was er nog wel, maar de leiding lag al bij Jesse en Jan. Ik was op de achtergrond aanwezig. Ik blijf na mijn vertrek nog wel lesgeven bij de EC-Bijbelcursus op drie locaties in Nederland.

Daarnaast ben ik in mijn eigen gemeente –Evangelische Gemeente Eljakim in Dordrecht– actief als gemeentewerker. Ik ben namelijk niet het type om te gaan zitten kijken hoe het gras groeit en een beetje te hobbyen. Dat kan ik als christen niet verantwoorden. Ik zal me naar vermogen blijven inzetten voor Gods Koninkrijk.”

Kortgeleden kwam het boek ”En het Woord is prachtig geworden: Verrassend licht op 25 Bijbelteksten” uit.

„Dat boek kwam als een volslagen verrassing. Ik wist er niets van en dat gebeurt niet vaak.

De Bijbel is een bijzonder verrassend boek. In korte hoofdstukken worden in deze jubileumbundel bijzondere Bijbelteksten behandeld. In eerste instantie heb je niet altijd in de gaten wat er in een Bijbeltekst staat, maar steeds weer ben ik verrast wat het Woord ons te bieden heeft. De Bijbel heeft bij het Evangelisch College altijd een centrale rol gespeeld, bij elke opleiding.

Het valt me op dat de kerk in onbalans is na coronatijd. Er komen minder mensen in de kerk. Hoe kan dat? Je zou toch verwachten dat mensen juist nu, na coronatijd, nu het weer mag en kan de Heere God willen loven en prijzen en Zijn Woord willen onderzoeken? Mijn oproep is: besef hoe belangrijk het geloof voor je is! Je mag dan toch verwachten dat mensen juist weer naar de kerk gaan?”