Onderzoek: vermogensverdeling is schever dan gedacht
De verdeling van vermogen in Nederland is „schever dan gedacht”, komt naar voren in een onderzoek uitgevoerd in opdracht van het kabinet. Zo bezit de rijkste 1 procent van de Nederlandse huishoudens 26 procent van het totale vermogen. Daartegenover staat een kwart van de huishoudens die juist schulden heeft.
Dat er in Nederland sprake is van vermogensongelijkheid, was bekend. Maar vooral het vermogen van de rijkste huishoudens werd in eerste instantie onderschat, aldus de onderzoekers. Het zogeheten ‘aanmerkelijk belang’, wat iemand heeft bij minstens 5 procent van de aandelen van een bedrijf, werd niet volledig meegerekend. De meest vermogende 1 procent bezit maar liefst 75 procent van het totale aanmerkelijke belang in Nederland. Dit belang vormt voor hen 60 procent van hun totaalvermogen.
Bovendien groeit de vermogensongelijkheid door het huidige fiscale beleid van het kabinet. De meest vermogende 1 procent ervaart volgens de onderzoekers „een lagere gemiddelde belastingdruk”, aangezien de belasting op vermogen veel lager is dan die op werk.
Ook de erf- en schenkbelasting dragen bij aan de vermogensongelijkheid, voornamelijk door de zogeheten ‘bedrijfsopvolgingsregeling’ (BOR). Via die regeling, bedoeld om ondernemingen voort te kunnen zetten, betaalt men veel minder belasting dan bij erf- of schenkbelasting zonder BOR. Verder kunnen vermogenden meer gebruik maken van gunstige belastingconstructies en hebben zij vaker de middelen om zich daarover te laten adviseren.
Een te scheve vermogensverdeling kan schadelijk zijn voor de economie en maatschappij, waarschuwen de onderzoekers. Zo leidt veel vermogen volgens hen vaker tot economische of politieke macht, wat vervolgens weer leidt tot soepeler beleid ten opzichte van vermogensopbouw.
Volgens de onderzoekscommissie, onder leiding van econoom Laura van Geest, kan het kabinet onder meer de schenk- en erfbelasting aanpassen of overwaarde op woningen anders belasten. Ook kan het kabinet de belastingen op werk en vermogen meer gelijktrekken. Op de korte termijn kan er ook binnen het huidige belastingstelsel wat gedaan worden aan de ongelijkheid, maar volgens de onderzoekers is „een deel van de problematiek inherent” aan het huidige systeem met belastingboxen.
Het kabinet had om het zogeheten ‘interdepartementale beleidsonderzoek’ (IBO) gevraagd. In augustus, voorafgaand aan Prinsjesdag, kijkt het kabinet wat het gaat doen om de vermogensongelijkheid te verkleinen. Premier Mark Rutte zei vrijdag dat het waarschijnlijk meerdere jaren gaat duren om de vermogensongelijkheid aan te pakken, maar dat hij wel „wil kijken wat lukt”. Volgens minister Karien van Gennip (Sociale Zaken) is het „een inzicht waar we wat van moeten leren” dat de verdeling zo scheef is.