Economie

Vleesgigant betaalt prijs voor dominantie

Denemarken heeft met het coöperatieve vleesconcern Danish Crown de grootste varkensvleesverwerker van Europa in huis. Die positie heeft echter wel een prijs, met name voor het bedrijf zelf en voor zijn leveranciers. Grote delen van de bedrijfstak in West-Europa zuchten al drie jaar onder lage vleesprijzen, maar voor de Denen is het allemaal nog net een graadje erger.

Wim Verseput
22 December 2004 09:38Gewijzigd op 14 November 2020 02:02
RANDERS – In grote delen van West Europa zuchten varkenshouders al drie jaar onder lage vleesprijzen, maar voor de Denen is het allemaal nog een graadje erger. Vleesverwerker Danish Crown betaalt een lagere prijs dan de concurrenten. Foto: een slachtlij
RANDERS – In grote delen van West Europa zuchten varkenshouders al drie jaar onder lage vleesprijzen, maar voor de Denen is het allemaal nog een graadje erger. Vleesverwerker Danish Crown betaalt een lagere prijs dan de concurrenten. Foto: een slachtlij

Marktleider Danish Crown, waarbij ruim negen van de tien varkenshouders zijn aangesloten, betaalt een lagere prijs dan de concurrenten en dat is de leveranciers uiteraard niet ontgaan. Het gevolg is dat de concernleiding onder druk staat om de prestaties te verbeteren.

De wat crisisachtige sfeer werd onlangs nog verscherpt door het gerucht dat Danish Crown waarschijnlijk op eigen terrein gezelschap krijgt van de in het afgelopen jaar door overnames snel gegroeide Nederlandse Bestmeat, de op een na grootste Europese varkensverwerker.

De mogelijke komst van Bestmeat is extra pijnlijk daar Danish Crown deze concurrent op de thuismarkt nog in het zadel moet helpen ook. Besmeat heeft, volgens betrouwbare geruchten, namelijk het oog laten vallen op een slachterij die Danish Crown van de hand moet doen. Die verplichting is de coöperatie opgelegd door de Deense mededingingsautoriteit toen Danish Crown twee jaar geleden het in nood verkerende zusterbedrijf Steff Houlberg overnam.

De voorwaarde tot verkoop van het slachthuis werd gesteld om de bij voorbaat al grote dominantie van Danish Crown te beperken. Enerzijds met het oog op de consumentenmarkt, maar ook vanwege de grondstoffenmarkt. In het laatste geval gaat het om de varkenshouderij, die de mogelijkheid moet houden -vindt de mededingingsautoriteit- de dieren aan concurrenten te leveren. Anders zou Danish Crown in de verleiding kunnen komen de prijs -de zogenaamde vleesnotering- met opzet laag te houden. Danish Crown slacht zo’n 94 procent van de 24 miljoen varkens die jaarlijks in Denemarken worden gemest.

Zwart-wit ligt de zaak echter niet. Dat vinden de toeleveranciers van Danish Crown zelf ook. Omdat het om een coöperatie gaat, zijn de leveranciers tevens eigenaar van het concern en vanuit die positie hebben ze er belang bij de concurrentie zo veel mogelijk uit te schakelen. De komst van een nieuwe concurrent zoals Bestmeat is tegen die achtergrond geen gunstige zaak, want dat kan ten koste gaan van de concernwinst.

Als het dan ook nog zo is dat Danish Crown de locatie in kwestie niet alleen móét verkopen, maar tevens een bedrag van 3,2 miljoen euro dient uit te keren aan de koper ter compensatie van renovatiekosten, en bovendien verplicht zal zijn daaraan 5000 varkens per week te leveren, dan is het duidelijk dat de vreugde bij de leden van Danish Crown allerminst groot is.

De andere kant van de medaille is dat bij de gegeven dominantie van het concern de minimale mogelijkheid om naar afnemers met een hogere notering uit te wijken goeddeels een manco blijft. De leden/leveranciers van Danish Crown hebben een grote mate van leveringsplicht en de varkens die ze wel mogen verkopen aan concurrenten moeten in dat geval op transport naar Duitse slachterijen.

Dat is lastig en duur voor grote delen van Denemarken en het voordeel valt daardoor vaak weg. Concreet betaalde Danish Crown de afgelopen twee jaar gemiddeld 0,4 cent per kilo minder dan de Duitse verwerkers. Dat lijkt voor de leek weinig, maar bij een jaarlijkse leverantie van 10.000 vleesvarkens scheelt dat wel zo’n 150.000 euro aan omzet, constateert de varkenshoudersbond Danske Svineproducenter. „Voor veel boeren het verschil tussen rode en zwarte cijfers”, aldus voorzitter Torben Poulsen van deze organisatie.

Een dominante positie van één speler is hoe dan ook niet goed voor een gezonde markt. Daarover zijn de meeste mensen het wel eens, ook de Duitse en de Nederlandse zusterorganisatie van Danske Svineproducenter, de ISN en de NVV. Wat dat betreft zou men volgens laatstgenoemde twee bonden de in Denemarken gegroeide situatie op de varkensvleesmarkt als een waarschuwend voorbeeld moeten zien. Want ook Bestmeat dreigt een overheersende positie in te gaan nemen na alle overnames van de laatste tijd. In Duitsland kocht het concern kort na elkaar de verwerkers Moksel en Nordfleisch en in Nederland is het bedrijf op weg de Hendrix Meat Group in te lijven.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer