Zeister kerk brengt kerststol in cel
In het voormalige Kamp Zeist in Soesterberg brengen bijna 700 gevangenen de kerstdagen en de jaarwisseling in de cel door. Om deze tijd aangenamer te maken, brachten vrijwilligers van de gereformeerde gemeente van Zeist en Gevangenenzorg Nederland dinsdag in alle cellen een kerstpakket.
In de lange, lege gang stopt de bewaker voor cel 18. Hij opent de deur. Op bed ligt Marlowe. Hij kijkt naar een erotische film. Martina Meerwijk -moeder van drie kinderen- stapt op hem af. „We komen u wat brengen namens de kerk.”
Met een boterhammes opent Marlowe zijn pakketje. Glunderend pakt hij er een kerststol uit. „Dat is lekker voor de kerstdagen. Daar zal mijn celmaat ook blij mee zijn. Dank u wel, dank u wel.”
De Antilliaan laat duidelijk merken het pakketje met een dagboek, kerststol, drinken, kindertekeningen, snoepgoed en evangelisatiefolders op prijs te stellen. „Prima dat jullie dit doen. Van de overheid krijgen we niets.” Hij kijkt nog eens naar de inhoud. „Ja, dit valt mee. Van die kerststol krijg ik geen maagklachten.” Of hij van plan is het bijgevoegde dagboek te lezen? „De Bijbel is goede boek. Naar kerk gaan niet veel zin in.” In plaats van „tien minuten” in de kerk te zitten, leest hij liever in zijn cel geestelijke lectuur.
De man bedankt Martina nog eens. Ze gaat weer verder. Er wachten nog meer mensen. „Je hoopt dat het evangelisatiemateriaal effect heeft”, zegt ze terloops.
Veel cellen zijn leeg. De meeste gedetineerden zijn naar de recreatieruimte. In de gangen zorgen bewakers ervoor dat het stil blijft. Sommige gevangenen zoeken juist de stilte op en liggen op hun bed. In bijna elke cel van dit gebouw -het gevangenencomplex telt diverse gebouwen- zitten twee drugskoeriers. Als de deur opengaat, springen ze van hun bed en nemen het kerstpakket in ontvangst.
Ook Stanley in cel 24. Hij is blij met het gebaar van de kerk. In het Spaans bedankt de drugskoerier uit Miami de Nederlandse huisvrouw die zijn cel binnenstapt. Hij kan het dagboek niet lezen, maar begrijpt de bedoeling wel. „Boekje is om te bidden. Ik ga het zeker gebruiken. Erg goed.” Als groet steekt hij zijn duim op.
Pater P. van Beek -een van de zeven geestelijk verzorgers van de gevangenis- begeleidt de vrijwilligers tijdens het uitdelen van de pakketjes. In de jaren dat hij de gevangenen bezoekt, heeft hij zo veel talenkennis opgedaan dat hij vlot als tolk optreedt. Toch is het Nederlands voor de meesten voertaal.
In Kamp Zeist zitten momenteel 225 drugskoeriers. Dat zijn er meer geweest. Door veranderend overheidsbeleid daalt het aantal bolletjesslikkers aanzienlijk. „In de toekomst zitten hier alleen nog illegalen”, zegt directeur J. Wiersma. „De drugskoeriers, van wie het overgrote deel afkomstig is van de Nederlandse Antillen, zullen steeds meer in reguliere gevangenissen terechtkomen.”
Veel koeriers komen meermalen met justitie in aanraking. „Armoede is een van de oorzaken waardoor ze weer terugvallen. Zestig procent van de Antillianen werkt in de drugs”, zegt Wiersma.
Volgens pater Van Beek klagen gevangenen nogal eens over Kamp Zeist. „Er is geen reclassering, geen schuldsanering, geen maatschappelijk werk en er wordt niet gewerkt aan de verslaving”, zegt hij
Behalve drugskoeriers herbergt Kamp Zeist veelplegers, illegalen en arrestanten van de politie in Amsterdam en Utrecht. Momenteel zijn er 665 gedetineerden, exclusief de arrestanten. „De genoegdoening die de samenleving krijgt door deze mensen op te sluiten, kost veel geld”, zegt Wiersma.
De directeur is blij met het initiatief van de Zeister kerk en Gevangenenzorg Nederland. „Uit ervaring weet ik hoe gedetineerden dit waarderen. Het gebaar dat van buiten de gevangenis komt, is belangrijker dan wat wij doen.”
Dat blijkt als de vrijwilligers de cellen ingaan. Vrijwel alle gevangenen komen van hun bed af. De meesten zijn opgewekt. „Ik heb de jongens nog nooit zo vrolijk gezien”, zegt een bewaker.
Sommige gevangenen zijn kritisch. „Zit er spijs in de stol?” vraagt een Antilliaanse drugskoerier. „Dat lust ik niet.” Direct klaart zijn gezicht weer op. „Wat lief. Kijk nou”, zegt hij tegen zijn medegevangene, „ze hebben er tonijn in gestopt.” Zichtbaar tevreden zakt hij terug op zijn bed.
Met een droge klik valt de deur in het slot. De bewaker draait de sleutel om. Een donker gezicht verschijnt voor het luikje van 10 bij 10 centimeter. „Prettige kerstdagen.” Het gezicht verdwijnt; een hand verschijnt. Hij wuift.