Burgemeester van Palermo streed onvermoeid tegen maffia
Later deze maand, op 19 juli, is het dertig jaar geleden dat de Palermitaanse maffiabestrijder Paolo Borsellino en vijf agenten van zijn escorte het slachtoffer werden van een autobom.
Ik herinner het mij nog goed. Ik was toen op vakantie in Umbrië. Ik vroeg, en kreeg, van mijn toenmalige werkgever toch ruimte om te schrijven, want ik was diep geschokt. Amper twee maanden na de moord op rechter Giovanni Falcone had het offensief van de Siciliaanse maffia Cosa Nostra tegen de staat een nieuw hoogtepunt bereikt.
Als journalist heb ik in het begin van de jaren 90 die gruwelijke strijd van nabij meegemaakt. Ik stond in de krater van de bom die Falcone doodde. Ik liep onder het gat van de aanslag op het Florentijnse Uffizi-museum, waarbij vijf doden vielen en een schilderij van Gerard van Honthorst werd vernield. En ik was verbijsterd door de aanblik van de ruïne van de San Giorgio in Velabro, de middeleeuwse Sint Joris-kerk in het centrum van Rome.
Er hing een constante dreiging in de lucht – en dat was ook de bedoeling van de toenmalige maffialeider Toto Riina, die met zijn aanslagen de overheid wilde chanteren.
Maar ik heb ook het verzet tegen de maffiose arrogantie meegemaakt. Burgers in Palermo hingen als symbool daarvan massaal witte lakens uit de ramen. Winkeliers organiseerden zich en gaven hun afpersers aan. Moedige rechters namen de plaatsen van hun vermoorde collega’s in. En steeds meer gearresteerde maffiosi kozen eieren voor hun geld en verklikten hun maten, in ruil voor strafkorting. Uiteindelijk keerde het barbaarse geweld zich zo tegen Riina en zijn clan, de zogeheten Corleonezen, die één voor één achter de tralies kwamen.
Dat is ook de verdienste van een groot man, Leoluca Orlando, die sinds de jaren 90 bijna onafgebroken burgemeester is geweest. Orlando, die rondreed in een gepantserde Mercedes met Duits nummerbord, werd gekozen op een programma waarin de strijd tegen maffia en corruptie centraal stond.
Hij wist zijn burgers te inspireren, en maakte grote indruk op onze koning en koningin, die hem ontmoetten tijdens het staatsbezoek aan Italië in 2017. Dankzij Orlando is het sombere, sjofele, dreigende Palermo van dertig jaar geleden veranderd in een levendige, en gastvrije toeristische bestemming.
Bij de burgemeestersverkiezingen van vorige maand was Orlando niet langer kandidaat en de vraag is wat er na hem gaat gebeuren. De eerste berichten zijn niet direct positief. Orlando’s opvolger Roberto Lagalla is een onbeschreven blad, maar hij wordt gepusht door twee voormalige politici die er jarenlange celstraffen als handlangers van de maffia op hebben zitten. Een veeg teken is ook dat Lagalla niet deelnam aan de herdenking van rechter Falcone, op 23 mei. Nu maar afwachten of hij op 19 juli de nagedachtenis van Borsellino wél wil eren.