Aandeel hernieuwbare bronnen in stroomproductie neemt verder toe
Het aandeel van hernieuwbare bronnen in de productie van stroom in Nederland is in het eerste halfjaar gestegen naar 41 procent. In dezelfde periode een jaar geleden was dat nog 33 procent. De groei is een flinke stap op weg naar het doel in 2030. Dan moet ongeveer driekwart van de stroom uit hernieuwbare bronnen komen, meldt Energieopwek.nl.
De toename zorgde ervoor dat gascentrales in Nederland minder hard hoefden te draaien. Dat bespaarde één miljard kubieke meter aardgas, zo’n 5 procent van het totale gasverbruik. Zon uit zonnepanelen is relatief de grootste leverancier, gevolgd door windenergie uit turbines op land, biomassa en windenergie op zee. Waterkracht voltooit het rijtje hernieuwbare bronnen.
Het eerste halfjaar liet record op record zien. Elke kalendermaand scoorde ruim hoger dan dezelfde maand vorig jaar. In april kwam zelfs bijna de helft van alle stroom uit hernieuwbare bronnen. Februari tekende voor de grootste toename ten opzichte van vorig jaar, van 30 procent naar 44 procent.
Juni was een nieuwe mijlpaal voor zonnepanelen in Nederland. Die waren vorige maand goed voor een kwart van alle geproduceerde elektriciteit. In de wintermaanden en in de lente was er meer wind en was de totale hoeveelheid hernieuwbare stroom gemeten in kilowatturen wel groter dan in juni. Maar procentueel scoorde hernieuwbare stroom lager omdat in die maanden ook de elektriciteitsvraag groter is.
Gemeten naar de totale hernieuwbare energie, die bestaat uit stroom, warmte en brandstof, leverde juni 27 procent meer dan een jaar geleden. Halverwege 2022 zitten de hernieuwbare bronnen volgens Energieopwek.nl op ongeveer 60 procent van de totale productie in het vorige kalenderjaar.