KNAW: jonge wetenschappers hardst getroffen door coronacrisis
Jongere wetenschappers zijn door de coronacrisis het hardst getroffen. Het gaat bijvoorbeeld om onderzoekers met jonge kinderen of om wetenschappers met een tijdelijk contract aan de universiteit, stelt de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) in een dinsdag gepubliceerde analyse over het effect van de pandemie op de onderzoekswereld.
Het is daarom noodzakelijk om een „eerlijker speelveld” te creëren, raadt de KNAW aan. „Dringende maatregelen zijn nodig om de ongelijkheden, verergerd door de pandemie, te herstellen en zo een ‘verloren generatie’ aan wetenschappers te voorkomen.” Academische instellingen hebben daarvoor een professioneler personeelsbeleid nodig.
Ook moet het voor junior-onderzoekers mogelijk worden om hun postdoc af te maken. Deze groep van vijfhonderd tot duizend mensen doet na hun promotie nog aanvullend zelfstandig wetenschappelijk onderzoek aan een universiteit. Als dit onderzoek echter vertraging oploopt, dan kan een universiteit de postdocs niet verlengen zonder de onderzoekers een vast contract aan te moeten bieden. De KNAW roept het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op om een uitzondering maken.
Tijdens de coronacrisis nam de werkdruk toe en liepen onderzoeken vertraging op. Tegelijkertijd heeft de pandemie de onderzoeksgemeenschap ook „wakker geschud”. KNAW noemt het ook wel een „snelkookpan”, met meer mogelijkheden, onlinesamenwerkingen tussen internationale universiteiten en ook grote uitdagingen.
Verder stelt de KNAW in het advies dat de academische wereld steeds afhankelijker wordt van big tech. Volgens het instituut is het nodig om alternatieve digitale infrastructuren te ontwikkelen. Want zodra techbedrijven belangrijke tools voor de wetenschap beheren, bepalen zij ook de voorwaarden voor het gebruik van die tools. Als later dan bijvoorbeeld de prijzen voor het gebruik stijgen, is het lastig hier tegenin te gaan als de universiteit al afhankelijk is van de dienst.
Ook moeten onafhankelijke richtlijnen worden opgesteld voor het gebruik van big tech. De gebruikte tools moeten de academische waarden waarborgen, zoals secuur omgaan met de verkregen data en onafhankelijkheid van onderzoek.