Woonbond: bindende afspraken extra woningen zijn ‘echt een begin’
De Woonbond heeft de prestatieafspraken voor volkshuisvesting weliswaar ondertekend, maar daar is in de achterban flink discussie over gevoerd. „Dit is een stap, maar echt begin”, zei bestuursvoorzitter Saskia Bolten bij de ondertekening van de afspraken met minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting), woningcorporaties en gemeenten. „Het lost niet snel de woningnood op.”
De belangrijkste reden voor de Woonbond om toch te tekenen, is dat verlaging en tempering van de huren voor mensen in sociale huurwoningen hard nodig zijn.
Afgesproken is dat de woningcorporaties de huur voor alle huurders de komende drie jaar moeten verlagen. De koppeling van de maximale huurstijging met de inflatie wordt losgelaten. De huurstijging wordt gekoppeld aan de loonontwikkeling. De stijging moet 0,5 procent onder de cao-loonontwikkeling liggen. „Dit betekent een verbetering van de koopkracht”, lichtte De Jonge toe bij de ondertekening op zijn ministerie.
Na verduurzaming van een sociale huurwoning wordt de huur niet verhoogd, zodat huurders financieel kunnen profiteren van bijvoorbeeld genomen isolatiemaatregelen. Huishoudens met een inkomen op of onder 120 procent van het sociaal minimum krijgen een eenmalige huurverlaging tot 550 euro. Dit betekent voor een half miljoen huishoudens een huurverlaging gemiddeld 57 euro per maand.
Naast deze afspraken is ook vastgelegd dat de corporaties tot en met 2030 twee keer zo veel sociale huurwoningen moeten gaan bouwen dan de huidige 15.000 huizen per jaar. „Die verdubbeling is een stap, maar hiermee is de woningnood niet opgelost”, tekent Bolten aan.
In ruil voor deze maatregelen schrapt het kabinet de verhuurderheffing, waardoor voor corporaties jaarlijks 1,7 miljard euro extra investeringsruimte vrijkomt. Ook dat heeft de Woonbond over de streep getrokken. „Dit geld komt nu terug bij de huurders”, zegt de bestuursvoorzitter. Bolten hoopt dat het kabinet snel ook de particuliere huurmarkt gaat aanpakken.
De Jonge en voorzitter Martin van Rijn van Aedes - de koepel van woningcorporaties - zijn vol lof over de gemaakte afspraken. De minister spreekt van een „enorme mijlpaal” en een „omslag in beleid”. Door het schrappen van de heffing kunnen corporaties „meer en sneller bouwen”, zei Van Rijn. De afspraken zijn bindend. Het tij zit niet mee, erkent De Jonge, gezien de stikstofcrisis en het tekort aan personeel en aan bouwmaterialen. „Ja er is tegenwind, maar dit kan omdat het moet.”