Uiteindelijk werd de situatie bij het huis volgens de politie wel beheersbaar. Struijs stelt woensdagochtend dat „we” weer in een nieuwe fase zijn aanbeland. „Het is duidelijk dat sprake is van criminele gedragingen. Dat houdt ook in dat ik hoop dat zowel de recherche als het Openbaar Ministerie snel een onderzoek instelt naar alle incidenten die er zijn geweest. Dat wordt belangrijk.” Een tweede punt is volgens Struijs dat voor de politie er sprake moet komen van een permanent karakter van opschalen. „De politie moet zich in gaan stellen op de lange adem. En dat gaat forse consequenties hebben voor het personeel.”

Die consequenties houden in dat andere dingen niet meer gedaan kunnen worden, zegt Struijs. „Opsporingsonderzoeken komen stil te liggen, de politie is niet meer in de wijken, onderzoek naar lokale dealers wordt stopgezet”, noemt Struijs als voorbeelden. Volgens hem zal de politie alleen nog 112-meldingen kunnen doen, en boeren-gerelateerde incidenten, die onaangekondigd en versnipperd zijn. „Dat is niet fijn als je aangifte hebt gedaan. Het heeft rechtstreekse gevolgen voor de veiligheid van Nederland.”

Maar, zegt Struijs, de veiligheid van burgers, ministers en wethouders is nu in het geding. „Er moet absoluut opgeschaald en doorgepakt worden.” Volgens Struijs kan het niet zo zijn dat intimidatie en bedreiging een verdienmodel wordt. „Het moet aan de hand van een goede discussie. We hebben het al eerder gezien, dat men in de politieke discussie grijpt naar allerlei middelen. Ik hoop dat sommige Kamerleden beseffen wat hun uitspraken kunnen doen”, zegt hij, verwijzend naar uitspraken op basis waarvan demonstranten zich gerechtvaardigd zouden voelen bepaalde acties te ondernemen.