Het stoffelijk overschot van het slachtoffer werd op 8 augustus 2020 aangetroffen in het water van de Medemblikkervaart. De man uit Hoorn bleek te zijn mishandeld en gewurgd en lag bij zijn scootmobiel, die in de sloot was gedumpt. A. zou het slachtoffer volgens het OM de avond ervoor hebben ontmoet bij de schouwburg in Hoorn hebben ontmoet en na een avondje stappen door Dimitri in de scootmobiel naar zijn woonplaats zijn gereden. Daar zou het zijn misgegaan.

De rechtbank vindt echter dat weliswaar sprake is van „een ernstige verdenking”, maar dat niet „buiten twijfel” is vast te stellen dat A. de dader is. Anders dan het OM is de rechtbank van oordeel dat de verdachte niet kan worden herkend op beelden van camera’s waarop de scootmobiel is te zien. Ook zijn er geen getuigen die A. hebben herkend. Daarnaast is uit onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) gebleken dat op de telefoon van de verdachte ten tijde van de moord in de directe nabijheid van de woning van A. in Nibbixwoud was.

Dat laatste strookt met verklaringen van de verdachte, die heeft gezegd dat hij de bewuste nacht door de gehandicapte Dimitri is afgezet bij het station in Hoorn en vandaar naar zijn woonplaats is gefietst. Daar zou hij ’s nachts YouTube-filmpjes hebben gekeken. Ook dat heeft het NFI-onderzoek bevestigd, aldus de rechtbank. Het NFI deed extra onderzoek naar de telefoon nadat de rechtbank het onderzoek in de zaak had heropend. Dat gebeurde in februari, ruim een week nadat het OM de strafeis voor de eerste keer had uitgesproken.

A. - veroordeeld voor meerdere geweldsmisdrijven - heeft steeds ontkend ook maar iets met de gewelddadige dood van de gehandicapte Dimitri te maken te hebben. Hij werd dinsdag wel veroordeeld tot drie jaar cel voor hennepteelt, bezit van harddrugs en diefstal met geweld. Bij een woningoverval joeg hij de 87-jarige bewoner de stuipen op het lijf en maakte hij 100 euro buit.