Na sobere coronajaren weer Veteranendag met defilé
Na sobere coronajaren was er zaterdag in Den Haag weer een Veteranendag met defilé. Ongeveer 3500 militairen en veteranen liepen mee in de tocht door de binnenstad die startte op het Malieveld.
Achter de dranghekken langs de route stond publiek naar het defilé te kijken. Er reedt modern en oud materieel mee. Bovendien was er een zogeheten fly-past met toestellen van de koninklijke luchtmacht. Koning Willem-Alexander wachtte de militairen en veteranen op aan de Kneuterdijk om het defilé af te nemen.
Ruim 100.000 veteranen die zich sinds de Tweede Wereldoorlog hebben ingezet voor vrede werden geëerd. Onder andere koning Willem-Alexander en minister-president Mark Rutte hielden een toespraak.
Pontons
Voorafgaand aan het defilé was er in de ochtend een bijeenkomst in de Koninklijke Schouwburg, waar veteranen persoonlijke verhalen uitwisselden. Daarna kregen in totaal achttien krijgsmachteenheden van de koning een vaandelopschrift voor hun inzet in Afghanistan. Dit gebeurde op speciaal gebouwde pontons op de Hofvijver.
Koning Willem-Alexander legde in zijn toespraak de nadruk op „hoe waardevol en kwetsbaar vrijheid is.” Hierbij verwees hij naar de oorlog in Oekraïne, waar de inwoners nu „haard en huis” moeten verdedigen. „Nu de vrede in Europa op het spel staat, realiseren we ons hoe sterk we onze krijgsmacht nodig hebben”, aldus de koning tegenover de veteranen. „U komt namens ons in actie”, zo sprak hij de krijgsmachteenheden toe. Volgens de koning beseffen we door de situatie in Oekraïne „meer dan in andere jaren” hoe dankbaar we mogen zijn richting de krijgsmacht.
Premier Rutte legde in zijn toespraak eveneens nadrukkelijk een link met de oorlog in Oekraïne. „De vrede en veiligheid die Nederland sinds de Tweede Wereldoorlog kent, zijn door de oorlog in Oekraïne niet langer vanzelfsprekend. Onze vrijheid is niet gratis”, aldus Rutte vanuit de Koninklijke Schouwburg.
„Vrijheid moet worden onderhouden, gekoesterd en ja, als het moet, zelfs worden bevochten. Soms tegen de hoogste prijs.” Sinds Rusland Oekraïne binnenviel „leven we in een andere werkelijkheid”, zei Rutte. Volgens hem staat de vrijheid van het hele Oekraïense volk onder druk, „en daarmee die van alle Europeanen”.
Bermbommen
„Onze” militairen hebben in Afghanistan laten zien waar zij toe in staat zijn. Dat zei minister Kajsa Ollongren (Defensie) in haar toespraak tijdens de uitreiking van de vaandelopschriften aan de krijgsmachteenheden voor hun inzet in Afghanistan.
Volgens Ollongren wisten de militairen in Afghanistan samen het verschil te maken. „Tegen een vijand die zich, soms letterlijk, verschool achter de lokale bevolking. Onder continue dreiging van aanslagen en bermbommen. En in een complexe samenleving waarin het verschil tussen vriend of vijand vaak niet duidelijk was.”
Bittere noodzaak
De twintig jaar waarin Nederlandse militairen actief zijn geweest in Afghanistan heeft volgens Ollongren onze krijgsmacht gevormd. „De kennis en ervaring die we daar hebben opgedaan dragen we over op nieuwe generaties militairen. Militairen die staan op de schouders van hun voorgangers. Hiermee bouwen we aan een toekomstbestendige krijgsmacht.”
De oorlog in Oekraïne laat zien dat dit geen luxe is, maar bittere noodzaak, zei de minister. „Met de uitreiking van de vaandelopschriften markeren we een uitzonderlijke periode in de geschiedenis van onze krijgsmacht. En staan we stil bij de onderlinge verbondenheid binnen de krijgsmacht en tussen militairen. Ze zijn verbonden in het besef dat datgene wat ons dierbaar is –vrede, veiligheid en vrijheid– bescherming verdient.”