Winsten op beurzen Azië door wegebbende rentevrees
De aandelenbeurzen in Azië stonden maandag weer hoger. Daarbij bouwden de graadmeters verder op de winsten van voor het weekend. De hoop dat de inflatie mogelijk zijn piek heeft bereikt zorgde ervoor dat de vrees voor renteverhogingen door centrale banken wat minder is geworden.
Hongkong voerde de stijgers aan met een tussentijdse winst van 2,5 procent. Vooral Chinese techbedrijven met een notering in de Hang Seng-index presteerden goed. Webwinkelconcern Alibaba won 4,7 procent. Sectorgenoot Meituan stond dik 3 procent hoger. Dat China wat minder streng op lijkt te treden tegen de techsector droeg bij aan het positieve sentiment. Techconcern Tencent verloor 0,8 procent van zijn beurswaarde. Techinvesteerder Prosus, dat een aanzienlijk belang heeft in Tencent, maakte bekend aandelen van het Chinese concern van de hand te willen doen. Met de opbrengsten wil het aan de Amsterdamse beurs genoteerde bedrijf een aandeleninkoopprogramma financieren.
De beurs in Shanghai stond 1 procent hoger. Volgens gegevens van het Chinese statistiekbureau toont de industrie van China iets van herstel na de dip als gevolg van de strenge coronamaatregelen in het land waardoor de productie werd verstoord.
Ook in Tokio, Seoul en Sydney stonden duidelijke winsten op de borden. De Japanse Nikkei-index sloot 1,4 procent hoger. De Kospi in Seoul steeg 1,8 procent. In Sydney stond een winst van 1,9 procent op de borden.