Cruisebedrijven winnen op fors hoger Wall Street
Exploitanten van cruiseschepen hebben vrijdag fors gewonnen op de aandelenbeurzen in New York. Beleggers reageerden op een cijferupdate van Carnival, waar in het tweede kwartaal van het jaar de meeste reizen werden geboekt sinds het begin van de coronapandemie. De stemming op Wall Street was positief. Investeerders leken de zorgen over een mogelijke recessie even aan de kant te schuiven en de koersverliezen van de afgelopen tijd te gebruiken om aandelen bij te kopen.
De Dow-Jonesindex eindigde 2,7 procent in de plus op 31.500,68 punten. De brede S&P 500 klom 3,1 procent tot 3911,74 punten en techgraadmeter Nasdaq steeg 3,3 procent tot 11.607,62 punten.
Carnival, Royal Caribbean Cruises en Norwegian Cruise Line wonnen tot 15,8 procent. De cruisebedrijven hebben het zeer moeilijk gehad tijdens de coronapandemie, maar nu het virus in grote delen van de wereld onder controle lijkt keert het vertrouwen een beetje terug. Evengoed heeft een aandeel Carnival slechts een kwart van de waarde ten opzichte van voor de crisis.
FedEx won 7,1 procent. De prestaties van de pakketbezorger lagen in het afgelopen kwartaal min of meer in lijn met de verwachtingen van analisten, maar het bedrijf gaf een sterke winstverwachting voor het huidige boekjaar af.
JPMorgan Chase en Goldman Sachs wonnen tot 5,8 procent. De grote Amerikaanse banken hebben voldoende buffers om een ernstige economische schok op te vangen, zo blijkt uit de nieuwste grote stresstest van de Federal Reserve. Het jaarlijkse onderzoek was deze keer extra relevant gezien de hoge inflatie, de vrees voor een mogelijke recessie en de onzekerheden vanwege de Oekraïne-oorlog en de coronapandemie.
Tesla steeg 4,5 procent. De Zwitserse bank Credit Suisse verlaagde het koersdoel voor het aandeel. Volgens de analisten zal de fabrikant van elektrische auto’s minder voertuigen afleveren dan verwacht. Software- en techconcern Microsoft won 3,4 procent dankzij een positief analistenrapport van Citi, waarin het aandeel een topfavoriet wordt genoemd.
De euro was 1,0555 dollar waard, tegen 1,0550 dollar bij het slot van de beurshandel in Europa. Een vat Amerikaanse olie kostte 3 procent meer op 107,36 dollar. Brentolie werd 2,6 procent duurder op 112,86 dollar per vat.