„Het homohuwelijk is een modegril”
Christenen in de Verenigde Staten hopen dat Bush na zijn herverkiezing het homohuwelijk in de ban doet. „Het homohuwelijk is zo’n modegril. Veertig jaar geleden moesten echtparen met alle geweld kunnen scheiden met alle gevolgen van dien. Nu wil men dat mannen en vrouwen van hetzelfde geslacht met elkaar kunnen trouwen, maar ik houd mijn hart vast voor de gevolgen.”
Mary Stewart Van Leeuwen en Newton Maloney wijzen op grond van de Bijbel homofilie af. Zij is verbonden aan de Christian Reformed Church in Noord-Amerika, hij is lid van de United Methodist Church. Stewart Van Leeuwen, professor psychologie en filosofie aan de Eastern University in de stad St. Davids (Pennsylvania), veroordeelt ook als wetenschapper het homohuwelijk; Newton Maloney, professor psychologie aan Fuller Seminary in Pasadena (Californië), zoekt als wetenschapper vooral een verklaring voor homoseksualiteit.
„Paulus is heel specifiek in de Romeinenbrief als het gaat om afwijzing van homoseksualiteit”, zeggen Stewart Van Leeuwen en Newton Maloney, „daar kan geen twijfel over bestaan.”
Newton Maloney voegt eraan dat Christus nooit over homofilie heeft gesproken. „Dat wil natuurlijk niet zeggen dat Hij er niet op tegen was, maar het is wel opvallend dat Hij er nooit een woord aan heeft gewijd, dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld overspel en echtscheiding.”
Newton Maloney stoort het dat „in onze kerk mensen trouwen, maar ook makkelijk scheiden. Maar daar hoor je niemand over.”
Stewart Van Leeuwen stelt dat het echtscheidingspercentage in de Verenigde Staten onder christenen net zo hoog is als onder niet-christenen. „Een paar jaar geleden had je in onze kerken zelfs echtscheidingsliturgieën. In de kerken werden de huwelijken dan plechtig ontbonden. Man en vrouw zouden vrienden blijven en samen de kinderen opvoeden. Onderzoek heeft aangetoond dat een beschaafde echtscheiding een contradictie is. Het is eerder uitzondering dan regel.”
Volgens Stewart Van Leeuwen is er elke veertig, vijftig jaar een minderheid die uit de schaduw treedt en dan „wel even laat zien hoe het allemaal moet. Veertig jaar geleden moest men ineens kunnen scheiden. Nu heeft Amerika het hoogste echtscheidingspercentage van de geïndustrialiseerde westerse wereld.
De gedachte was indertijd: als de ouders gelukkig zijn, zijn de kinderen ook gelukkig. Als de ouders gelukkig zijn met scheiden, is dat ook goed voor de kinderen. Het blijkt dus dat wat goed voor de ouders is, niet per se goed voor de kinderen is. Tussen twee haakjes, het is zelfs niet goed voor de ouders.”
De praktijk was echter geheel anders, aldus Stewart Van Leeuwen. „Maar daar is men de afgelopen jaren pas achter gekomen door onderzoek. Ik ben bang dat het met het homohuwelijk dezelfde kant zal opgaan. Men wil het, maar wat zullen de gevolgen zijn? Misschien moeten we veertig jaar wachten totdat boze kinderen die door homoparen zijn opgevoed zullen zeggen: „Wat hebben jullie indertijd toegestaan.” Ik weet niet of het zal gebeuren, maar ik heb wel reden om aan te nemen dat het zal gebeuren.”
Stewart Van Leeuwen stoort zich eraan dat bij het homohuwelijk niet wordt gedacht aan zaken als de invloed van lesbische ouders op de kinderen. „Wat gebeurt er met jongens die opgroeien in vrouwenhuishoudens? En zo zijn er nog veel meer vragen. Ik wil maar zeggen: We beginnen aan een experiment zonder dat we onderzocht hebben waar het toe zal leiden. Over veertig jaar zullen de wetenschappers waarschijnlijk zeggen dat het niks was. We hebben kunnen leren van het experiment met de echtscheiding. Waarom doen we dat niet?”
Maloney worstelt vooral met de vraag waar homoseksualiteit vandaan komt. „Is het aangeboren of is het aangeleerd? De wetenschap weet het nog altijd niet. Kijk, als het aangeleerd gedrag is, dan is het makkelijk om het te veroordelen. Maar als het nu aangeboren is? Als het voortkomt uit een afwijking in de hersenen? Wat moet je dan? En waarom zijn meer mannen dan vrouwen homoseksueel? Als gelovige weet ik dat homofilie zondig is, maar als wetenschapper weet ik het niet waar het vandaan komt. Dat geeft spanningen.”
vraag (u14(Er zijn homoseksuelen die tot bekering komen en daarna anders geaard zijn.
Maloney: „Ik weet dat er dergelijke dingen gebeuren. Tegelijk weet ik dat homoseksuelen vaak uit een gezin voortkomen waar de moeder een dominante rol vervult.”
Stewart Van Leeuwen vindt het vreemd dat homoseksuelen nu opeens „zo nodig moeten trouwen. Twintig jaar geleden wilden ze niet eens.”
Tegelijkertijd vindt ze dat er niet onbarmhartig met homoseksuelen mag worden omgegaan. Als christen geloof je in ”justice”, rechtvaardigheid. Maar dat moeten we niet verwarren met ”just us”, alleen wij. Homoseksuelen zijn ook je naasten.”
