Minder geweld in gevangenissen
Het aantal incidenten met geweld in de gevangenissen is in 2004 licht afgenomen. Vanaf 2001 was er juist een toename van geweld tussen gedetineerden en personeel. Daarnaast maken niet alleen gevangenen ruzie met elkaar maar gaan ook bewakers wel eens met elkaar op de vuist.
Dat maakte directeur gevangeniswezen P. van der Sande van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) gisteren bekend. Het merendeel (80 procent) van het geweld betreft overigens verbaal geweld, zoals scheldpartijen en intimidatie. Bij 20 procent van de meldingen gaat het om fysiek geweld. DJI laat niet alleen onderzoek doen naar de mate en naar de redenen van geweld, maar ook naar de geweldplegingen tussen het personeel.
Volgens Van der Sande hebben de incidenten tussen de bewakers te maken met de algehele maatschappelijke „verharding en verhuftering.” In de semi-publieke sector is volgens de directeur altijd al vaker geweld onder personeel. De spoorwegen staan volgens hem voorop, daarna de politie, gevolgd door de gevangenissen.
In ieder geval hebben maatregelen als de plaatsing van twee mensen op één cel niet geleid tot meer en grote incidenten, terwijl Van der Sande daar wel voor werd gewaarschuwd. De experimentele fase van meerpersoonscellen is nu voorbij. Sinds oktober kunnen alle gevangenen hiervoor in aanmerking komen, tenzij individuele omstandigheden dat verhinderen, zoals verslaving en agressie. Van der Sande prees de prestaties van het gevangenispersoneel onder deze veranderingen.
Het gevangeniswezen staat aan de vooravond van een ingrijpende herziening, zo kondigde Van der Sande gisteren aan. Een „totale omslag” moet leiden tot een doelmatiger en flexibeler gevangenisregime. Met de nieuwe koers hoopt de dienst tegelijk de opgelegde bezuinigingen van 240 miljoen euro tot 2008 aan te kunnen. Het terugdringen van de verliespost op arbeid is volgens Van der Sande daarbij een belangrijk onderdeel.
Kern van de nieuwe structuur is dat de justitiële inrichtingen meer dan voorheen hun eigen groep gedetineerden krijgen. Verdachten die vastzitten in afwachting van hun proces, komen in huizen van bewaring terecht, zoals nu. Nieuw is dat daders na hun veroordeling direct doorstromen naar een inrichting voor korte straffen (tot 120 dagen) of lange straffen (vanaf vier maanden), ook al gaan ze in hoger beroep.
Verder mogen de inrichtingen voor hun gevangenen een gesloten en een open regime invoeren. Van der Sande schat dat uiteindelijk 80 procent van de gevangenen in de opener afdeling komt, waar ze bepaalde vrijheden kunnen ’verdienen’, zoals meer bezoek, verlof en telefoontijd. De bewaking kan dan met minder mensen af. Kunnen gedetineerden dit niet aan, dan komen ze (weer) in het gesloten regime.