Buitenland

Larissa zoekt wanhopig ziekenhuis voor tienjarig broertje

„Ik weet niet wat ik moet doen”, roept Larissa Tsurajeval wanhopig uit terwijl de tranen over haar wangen rollen. Haar broer Sergei Karajeva (10) overleefde drie maanden geleden het drama in school Nr. 1 in Beslan, maar ligt ernstig gewond in een Moskous ziekenhuis. „In Rusland durven de artsen hem niet te behandelen.”

21 December 2004 09:08Gewijzigd op 14 November 2020 02:01
VLADIKAVKAZ – Larissa Tsurajeval (32), met op schoot haar zoontje Azamat (2), toont een foto van haar broertje Sergei Karajeva (10), die na de gijzeling in Beslan naar een ziekenhuis in Moskou is overgebracht. De artsen daar durven de zwaargewonde Serge
VLADIKAVKAZ – Larissa Tsurajeval (32), met op schoot haar zoontje Azamat (2), toont een foto van haar broertje Sergei Karajeva (10), die na de gijzeling in Beslan naar een ziekenhuis in Moskou is overgebracht. De artsen daar durven de zwaargewonde Serge

De kerkdienst in de baptistengemeente van Vladikavkaz is zojuist afgelopen. Voor het eerst sinds lange tijd woont Larissa (32) weer een kerkdienst bij. „Maar ik ben wel gedoopt hoor”, laat ze er haastig op volgen.

Samen met haar buurman gaat ze op zondagmorgen naar de baptistenkerk in de hoofdstad van de Russische deelrepubliek Noord-Ossetië. De buurman blijkt een goede bekende van ds. Pjotr Lunitsjkin. Beiden kennen elkaar vanuit het gevangeniswezen. Lunitsjkin gaat niet alleen voor in reguliere kerkdiensten, maar preekt ook onder gevangenen.

„Op 1 september belden de buren van mijn moeder me met de mededeling dat er een gijzeling gaande was in school Nr. 1”, vertelt Larissa, die met haar zoontje Azamat (2) in Vladikavkaz woont. Omdat het de eerste schooldag van het nieuwe jaar was -een feestelijke gebeurtenis in Rusland- was niet alleen haar broertje Sergei, maar ook haar moeder in de school. „Ik probeerde haar onmiddellijk te bereiken via haar mobiele telefoon, maar kreeg geen contact.”

Vervolgens vertrok Larissa samen met Azamat richting Beslan. Nadat ze haar zoontje bij haar schoonfamilie had achtergelaten, ging ze naar school Nr. 1. Daar voegde ze zich bij de schare mensen die in grote spanning afwachtte hoe de gijzeling zou eindigen. „Tot het einde heb ik bij de school staan wachten. ’s Nachts probeerde ik in de auto wat uit te rusten. Het enige wat we al die tijd konden doen was hopen op een goede afloop.”

Die hoop bleek ijdel. Op de derde dag van het drama waren er in de school een paar explosies te horen. Een aantal kinderen sloeg op de vlucht en de gijzelnemers, die de terugtrekking van het Russische leger uit Tsjetsjenië eisten, begonnen op hun slachtoffers te schieten.

Dat was voor de ordetroepen het sein om in actie te komen. Bij de miniveldslag die toen in en rond de school ontstond, vonden 344 leerlingen, leraren, ouders, agenten en militairen de dood.

„Na afloop vond ik mijn moeder zwaargewond en bewusteloos in het ziekenhuis. Ze had een hoofdwond en was voor een deel verbrand. Twee dagen heeft ze nog geleefd. Op 5 september om zeven uur ’s morgens stief ze. Ze was vijftig jaar.” Na het overlijden van haar vader twee jaar geleden, was Larissa wees geworden.

Haar broertje Sergei lag ondertussen in kritieke toestand in het ziekenhuis van Vladikavkaz. Bij aankomst in het hospitaal werd hij onmiddellijk geopereerd. Artsen verwijderden twee scherven uit zijn hoofd. „Een van de bommen was dicht bij zijn hoofd ontploft, waardoor een deel van zijn schedel rond zijn linkeroog was weggeslagen. Bovendien was zijn rug en nek verbrand.”

Hoewel hij na de explosie aanvankelijk het bewustzijn verloor, was Sergei toch op eigen kracht naar buiten gekomen, vertelt zijn zus. „Vlucht maar weg als je daarvoor de kans krijgt, ook al moet je mij achterlaten”, had het ventje voor de dramatische afloop van de gijzeling nog tegen zijn moeder gezegd.

Op 9 september werd Sergei naar een ziekenhuis in Moskou overgevlogen. „Twee dagen na het overlijden van mijn moeder, waarvan hij nog altijd niets weet”, vervolgt Larissa. „We hebben hem verteld dat moeder naar Israël is gevlogen. We durven hem de waarheid nog niet te vertellen. Sergei had een hechte band met zijn moeder en voor de operaties die hij nog moet ondergaan, heeft hij rust nodig.”

Of de behandeling wordt voortgezet, is echter de grote vraag. „In Moskou hebben de artsen één scherf uit zijn ruggenwervel gehaald, maar in zijn hoofd zitten er nog altijd drie. Die zitten zo diep dat de artsen een nieuwe operatie niet aandurven. De mogelijkheden daartoe in Rusland ontbreken, zo zeggen ze.”

Op zich gaat het redelijk met Sergei, oordeelt Larissa. „Hij is bij bewustzijn en reageert normaal. Ik kan gewoon met hem praten.” De scherven in zijn hoofd vormen echter een tikkende tijdbom. „Artsen geven geen prognoses, maar zeggen wel dat hij binnen zes maanden moet worden geholpen. Daarna wordt het erg moeilijk een implantaat in zijn schedel aan te brengen.”

Samen met haar twee jaar oudere broer staat Larissa er nu alleen voor. Na de ramp huurde ze in Moskou gedurende twee maanden een appartement om bij haar broertje te kunnen zijn. De jonge moeder is ten einde raad. „Als we in het buitenland een kliniek kunnen vinden die hem kan helpen, mag Sergei van het ziekenhuis en de autoriteiten onmiddellijk vertrekken. Maar waar vinden we die?”

voetnoot (u17(Dit is het tweede artikel in een serie van drie over de verwerking van het gijzelingsdrama in Beslan. Het eerste artikel verscheen 18 december.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer