Vooral de productie in China groeit sterk.

Eind november stond de teller op 945,2 miljoen ton. Over geheel 2003 kwam de wereldproductie uit op 968,3 miljoen ton. In 1994 was het nog 725,1 miljoen ton. De toename met eenderde in de tussenliggende periode vond plaats in een vrijwel ononderbroken lijn. Alleen in 1998 nam de productie af. Dat was het gevolg van de economische crises in Azië en Rusland.

De belangrijkste impuls voor de staalindustrie is de onstuimige economische ontwikkeling in China. Vorig jaar produceerde het land 220,1 miljoen ton, 21 procent meer dan in 2002 en 23 procent van het wereldtotaal. Over de eerste elf maanden van dit jaar nam de Chinese productie toe met ruim 22 procent tot 245,3 miljoen ton.

Ook in de meeste andere delen van de wereld nam de productie behoorlijk toe. De Europese Unie kende in de eerste elf maanden van dit jaar een groei van 5,1 procent tot 177,9 miljoen ton, de landen van de vroegere Sovjet-Unie gingen met 5,9 procent omhoog naar 102,5 miljoen ton en in Noord-Amerika was er een groei van 7,7 procent tot 122,4 miljoen ton. Japan bleef achter met een bescheiden toename van 1,9 procent tot 103,1 miljoen ton.

De productiegroei heeft nog niet geleid tot overaanbod. De grote vraag naar staal, vooral uit snel groeiende landen als China en India, zorgt ervoor dat de prijzen hoog blijven. Daardoor hebben staalproducenten hun resultaten dit jaar aanzienlijk kunnen te verbeteren.