De GGD Rivierenland in Tiel spreekt van „meer gevallen dan normaal”, hoewel een woordvoerster ontkent dat er sprake is van een epidemie. Wel is aan huisartsen in het werkgebied van de GGD door middel van een brief gevraagd om alert te zijn.

Voorzover bekend concentreren de besmettingen zich met name in plaatsen waar de bevolking vanwege de geloofsovertuiging afwerend staat tegenover inenten. Er zouden ziektegevallen zijn geconstateerd in onder meer Kesteren, Opheusden, Dordrecht, Rhenen, Veenendaal en Ede. Op diverse reformatorische scholen zijn ouders door middel van een brief ingelicht over de infectieziekte.

In het werkgebied van de GGD Rivierenland, waarin Opheusden en Kesteren liggen, komen volgens de woordvoerster jaarlijks diverse ziektegevallen voor. Nog niet bekend is hoe hoog het aantal op dit moment is. Dat komt mede doordat niet alle ziektegevallen bij de GGD worden gemeld.

In de meeste gevallen wordt de GGD door scholen op de hoogte gesteld van ziektegevallen. De ziekte is alleen te voorkomen door vaccinatie, omdat een rodehondpatiënt al besmettelijk is voordat er ziekteverschijnselen zijn, aldus de woordvoerster. „De eerste ziekteverschijnselen, rode vlekjes op de huid, zijn pas een week na de besmetting zichtbaar. Het heeft daarom geen zin om kinderen niet naar school te laten gaan.”

Ze adviseert zwangere vrouwen die niet zijn ingeënt wel om contact met besmettingshaarden te mijden en zonodig contact op te nemen met de huisarts.

Twee maanden geleden was er ook al een uitbraak van rodehond in Noordwest-Twente. Het ging om ongeveer tien gevallen. Reformatorische scholen in Rijssen waarschuwden toen ook door middel van een brief tegen de risico’s voor zwangeren en hun ongeboren vrucht.

In Nederland worden meisjes sinds 1974 ingeënt tegen rodehond. Na 1987 zijn ook jongens gevaccineerd. De ziekte komt sindsdien nog maar zelden voor. Daarvoor waren er in Nederland per jaar enkele duizenden ziektegevallen.