Hogere straf voor wapenhandel dan afspraak tussen OM en verdachte
De rechtbank Noord-Holland heeft een 41-jarige man uit Heemskerk een hogere straf opgelegd voor wapenhandel en wapenbezit dan door het Openbaar Ministerie en de advocaat van de verdachte was afgesproken. Volgens de rechters, die 42 maanden celstraf hebben opgelegd, deed de afgesproken strafeis van 30 maanden geen recht „aan de ernst van de feiten”, zo is dinsdag bekendgemaakt.
Het OM had met de advocaat van de man afspraken gemaakt om het proces te versnellen. Normaal gesproken zou voor deze feiten een celstraf van vier jaar worden geëist, zo zegt de rechtbank, maar in ruil voor een lagere strafeis zou de verdediging geen onderzoekswensen indienen en bewijsverweren voeren.
De rechtbank is niet verplicht deze procesafspraken over te nemen en heeft dit in dit geval ook niet gedaan. „De verdachte heeft namelijk een aantal maanden gehandeld in wapens en wapens in bezit gehad”, aldus de rechters. Dit zou van maart tot en met juni 2020 hebben gespeeld. „Ook na de aanhouding van de verdachte in oktober 2021 is een wapen in zijn pand aangetroffen. De rechtbank vindt deze feiten buitengewoon ernstig.”
Ook benoemen de rechters dat de feiten in deze zaak pas kortgeleden aan het licht zijn gekomen. „Het argument dat de procesafspraken leiden tot een versnelling van de procedure, is onvoldoende om de afgesproken ruime strafkorting te rechtvaardigen.”
Deze verdenking tegen de man ontstond door het verkrijgen van voorheen versleutelde berichten na de hack van Encrochat. De advocaat van de man heeft zich tijdens de zitting wel onder meer uitgesproken over de rechtmatigheid hiervan, voor het geval dat de rechter de procesafspraken niet zou volgen.